Zoolang er veel onzekers is en kans op het geven van een minder juiste bestemming (minder goede verdeeling in inf. en contra- battn) is het zaak veel in reserve te houden. In elk geval ware al was het maar terwille van de vele minder ervaren aanvoerders te doen uitkomen, dat er redenen kunnen zijn om alle art. maar als inf.-battn te benutten en dat- lukt het niet om de aangewezen contra-art. als zoodanig te doen optreden te overwegen zal zijn, of men die art. dan maar niet een andere taak zal geven (punt 186). Uit de practijk van oefeningen en manoeuvres bleek ons, dat een dergelijke aanwijzing heelemaal geen luxe zou zijn. Men is nu geneigd om te zeggen: Er moet contra-art. zijn, dus er zal contra-art. wezen en blijven; kan ze niet schieten, dan schiet ze maar niet! Een andere vraag is, of een aanval zonder neutralisatie v. d. verdedigende art. wel uitvoerbaar is (zie I. M. T. 1921 No. II noot op blz. 2). Een beschouwing omtrent een en ander had in een moderne G. H. o. i. niet mogen ontbreken; er kan niet worden volstaan met de mededeeling, dat een deel v. d. aanv. art. d e verdedigende art. beschiet. Leest men p. 101 nauwkeurig, dan leidt dit tot de volgende conclusie: De verdedigende art. wordt beschoten. Waarom? Ter bescherming v. d. eigen inf. en inf.-battn. Dus uitsluitend ter bescherming enz. En dit is niet juist. De art. schiet op alle art. die ze te pakken kan krijgen en dit kan ONDER MEER voeren tot bescherming enz. De redactie moet bepaald gewijzigd worden. Punt 45 van het oude gevechtsvoorschrift Art. is veel helderder; c o n t r a-a rt. is aanv. art., die op art. schiet. Duidelijk is, dat-indien men van bepaalde vijandelijke art. te weten kan komen, dat zij op de eigen inf. vuurt die art. wel het meest krachtig onder vuur genomen moet worden („ter bescher ming enz.") en dus z. n. het vuur van meerdere battn met loslating z. n. van andere, minder belangrijke, doelen daarop wordt geconcentreerd en ook de munitie-inzet grooter wordt genomen. Toegejuicht moet worden, dat gezegd wordt, dat ook de Co- en waarnemingsorganen onder vuur genomen moeten worden, daardoor toch kan wellicht de betrokken art. geneutraliseerd worden. Aannemende, dat ten slotte globale gegevens omtrent de door de contra-art. te bevuren doelen verkregen worden, zullen deze doelen in dat geval slechts geneutraliseerd kunnen worden, waartoe gasgranaten bijna onmisbaar zijn. Waar vermoedelijk de contra-battn zeer gedekt opgestelde doelen te bevuren zullen krijgen, is vooral het bezigen van art. met gekromde banen aangewezen. 199

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 53