102. De hoofdaanval wordt gesteund door een krachtig art.-vuur.
Worden de aanvallende troepen door de art. van den verdediger
onder vuur genomen, dan zal die art. met kracht moeten worden
bestreden. De voor dit doel bestemde contra-battn moeten
daartoe tijdig in stelling zijn gebracht, waartoe door den A.-B.
bevelen moeten worden gegeven. Zoodra de inf., welke den hoofd
aanval verricht door de verdedigende inf. en mitrs onder vuur
wordt genomen, zullen ook deze door de inf.-battn van den aan
valler krachtig onder vuur moeten worden genomen, welk vuur
zoo lang mogelijk wordt voortgezet en eerst voorwaarts verlegd,
wanneer de kans op het treffen van de eigen troepen groot is.
Teneinde eigen voornemens niet ontijdig te verraden, zal de aan
valler het art.-vuur eerst openen, wanneer dit noodig is om het
voorwaarts gaan der eigen inf. te vergemakkelijken.
189. De vuuropening van de contrabatterijen hangt ten nauwste samen
met het optreden van de art. van den verdediger. Voor zoover de contra
batterijen niet tegen een bepaald onderdeel van de verdedigende art. in
stelling zijn gebracht, worden zij in bewakingsstelling geplaatst, en wordt
de vuuropening door den A.-C. geregeld.
104. Het moreel der inf. is zeer gevoelig voor treffers van de eigen
art.; tijdens en onmiddellijk na den stormaanval worden aan de samen
werking tusschen art. en inf. de hoogste eischen gesteld.
99. Het voorwaarts dringen van de aanvallende inf., voornamelijk van
de afdeelingen, welke den hoofdaanval verrichten, zal, behalve door eigen
vuur, door het vuur der art. en mitrs mogelijk moeten worden gemaakt.
Bij dit voorwaarts dringen zullen alle aanvoerders, elk voor zich binnen
de grenzen van zijn opdracht, trachten te onderkennen, tegen welk(e)
punt(en) van de stelling een aanval de meeste kans van slagen heeft en hunne
troepen zoodanig verdeelen en inzetten, dat de aanval op dat punt (die
punten) zoo krachtig mogelijk geschiedt.
180. Ten behoeve van de onontbeerlijke samenwerking worden de inf.-
batterijen naar behoefte over de aanvalsgroepen verdeeld: als regel zal
dus deze verdeeling niet gelijkmatig zijn, doch zal de beslissende groep
den meesten steun van inf. batterijen-behoeven. De inf.-batterijen voor elke
aanvalsgroep staan onder eenhoofdige leiding van een A.-C., die onder de
bevelen blijft van den A.-C. der Divisiedeze laatste wijst bedoelde batterijen
hare bestemming aan en tevens de in te nemen stellingen.
De A.-C. bij een aanvalsgroep is echter verplicht ten aanzien der onder
vuur te nemen doelen, het openen, verplaatsen, versnellen of staken van
het vuur de aanwijzingen te volgen van den commandant dier groep, met
dien verstande, dat onder bijzondere omstandigheden, indien de Divisie
commandant eene gelijktijdige verrassende vuuropening beoogt, de eerste
vuuropening op last van den A.-C. der Divisie kan plaats hebben.
Tenzij krachtige verdedigingswerken of hindernissen moeten worden
vernield, wordt het openen van het vuur door de inf.-batterijen in beginsel
eerst gelast, wanneer inf. (mitr.) vuur van beteekenis is te verwachten.
185. Hoewel wijziging in eene eenmaal vastgestelde indeeling van inf.-
batterijen over de aanvalsgroepen en van de contra-batterijen gedurende
het gevecht in beginsel ongewenscht is, zal zulks niet altijd kunnen worden
vermeden.
Met het oog op eventuëel later blijkende noodzakelijkheid tot vuur-con-
centratie ten behoeve van een bepaalde aanvalsgroep worden de stellingen en
waarnemingsposten der inf.-batterijen zoodanig gekozen, dat, ook zonder tijd-
roovende voorbereiding, vuur ten behoeve van de nevengroep(en) mogelijk is.
Alleen, wanneer voor een of meer inf.-batterijen eener groep de
200