212
onderneming goedkooper is dan de geïmporteerde rijst. Volgens hem moet
meer de aandacht worden gevestigd op de landontginning, terwijl de
immigratie moet worden bevorderd. Ook in „Het rijst - te kort in Indië"
wordt niet veel hoop gegeven op het slagen van het groot bedrijf, omdat
het zaaien niet zooals in Californie kan worden toegepast, aangezien het
onkruid dan de rijstplanten zou overwoekeren. In plaats van de proeven
met de machinale bewerking door te zetten wenschl Sc r. het weder ter
hand nemen van de Solovallei werken.
Kol. Tijdschrift Nov. in „De Indische begrooting en bezuiniging''worden
o. a. ook de begrootin~en van Oorlog en Marine besproken. Schr. bestrijdt
hierin Mr. Treub, die in zijn bekende brochure te kennen gaf, dat Oorlog
en Marine „in de uitzetting der uitgaven sedert 1906—met uitzondering
van den dienst der schuld de kroon spannen". Hij toont aan, dat dit niet
het geval is, doch het hooge absolute cijfer geeft wel te denken. Schr.
wenscht, dat men voorloopig afziet van den uitbouw van het leger tot
een macht die tegen een B. V. weerstand zal kunnen bieden. „Minder Ind
offn, onderoffn en manschappen, behoorlijk bezoldigd en gehuisvest en die
het gevoel hebben, dat zij opgewassen zijn tegen de taak die hun is
toegedacht, acht ik van heel wat meer waarde voor de handhaving van
ons gezag dan een grooter leger, dat nog verscheidene jaren toch beneden
peil zou moeten blijven, èn wat het aantal manschappen èn wat de uit
rusting betreft, terwijl de staat van onze Ind. finantiën het waarschijnlijk
niet zou mogelijk maken, onder hoog en laag een tevreden stemming te
onderhouden". Wie echter een politie-leger propageert, moet komen tot
den eisch, dat het leger de taak van de gew.-politie overneemt; de harde
noodzaak moet er ons m.i. toe brengen ook in die richting niet alleen
bezuinigend, maar ook hervormend te werk te gaan".
Mil. Spectator Nov. In Vuurconcentratie" wordt nagegaan hoeveel battn
en hoeveel projectielen moeten worden ingezet om een terreinstrook van
bepaalde afmetingen zoodanig onder vuur te kunnen nemen, dat het geheele
terrein door kogels of scherven bestreken wordt. Berekend wordt o. a. dat
om een terrein van 400 bij 350 M. op die wijze onder vuur te nemen door
12 c. M. Hw. noodig zijn bij een vuur op 5000 M. en gedurende '/2 uur: 1272
BGS. en 21 stukken. Wordt het vuur in schuinsche richting afgegeven dan
wordt de zaak veel ingewikkelder, vooral als van uit meerdere richtingen
de vuurconcentratie plaats heeft.
„Een en ander over industriëele oorlogsvoorbereiding'' geeft thans aan
welke organisaties in het buitenland t. b. v. de Staatsmobilisatie zijn geschapen
en vermeldt die, welke volgens Schr. in Ned. zullen moeten worden in
het leven geroepen en de maatregelen welke zullen moeten worden genomen.
Verder wordt gewezen op „Het gebruik van centraaltelefoonposten bij
de inf.".
Mavors Nov. Bevat „Eenige practische voorbeelden, dienstig bij de
opleiding tot comdt eener gevechtsgroep enz.", waarin veel goeds is,
ofschoon wel wat te veel vredesgedoe daarin voorkomt; seinen worden
gegeven, welke o. i. niet noodig zijn of verkeerd, terwijl de groote moei
lijkheid van een optreden tegen meerdere mitrs niet onder de oogen wordt
gezien. Teveel wordt van de sectie-comdtn geëischt en weinig aan het
initiatief van groeps-comdtn en manschappen overgelaten. We vragen ons
af, hoe kan een sectie-comdt in open terrein het samenwerken der groepen
regelen in het gevecht en op welke wijze kan hij ervoor zorgen, dat de
los van hem voorwaarts kruipende manschappen niet onder vuur genomen
worden door een bepaalde vijandelijke niitr. groep?
„Eenige beschouwingen over de D. rijksweer" geeft de sterkte van dit
leger en vermeldt dat met het instituut der z. g. „Ftihrergehilfen" de Gen.
Staf weer zijn intrede heeft gedaan, zij het ook eenigszins gecamoufleerd.
Verder wordt aangegeven hoe men er op uit is te zorgen, dat de kol.
rang op ongeveer 50-jarigen leeftijd wordt bereikt. Welk een verschil van
appreciatie t.a.v. het voordeel van een jong off. Korps vergeleken met ons!