deld trefpunt vastgelegd. In verband met de reeds ontwikkelde
beginselen van corrigeeren, moeten we dus de correctie nietten
volle aanbrengen. Vermeend wordt, dat voldoende rekening wordt
gehouden met de vroeger verkregen gegevens door nu te deelen
door 2. De correctie wordt dan 1.2' of1'.
Volgens den zin der afwijkingen krijgen wij echter het vol
gende: Een schot L voor den waarnemer links, is, ten opzichte
van het snijpunt van waarnemingslijn en schootslijn, steeds
voor de batt.een waarneming R steeds—. Wij hebben dan 5
en 3 schoten dus een correctie noodig volgens vroeger bewezen
5-3
stellingen van - LS50 of, wederom met vroegere gegevens
rekening houdend, deelend door 2, van 1 LSso of-'-X24'=3'.
o 8
Waarom dat verschil?
Ie. omdat dit voorbeeld er een op papier is en
2e. zelfs al was dit werkelijk geschoten, de verkregen af
wijkingen van de schoten zouden hebben geleerd, dat de aange-
nomen LS50 van 24 veel te groot is en dat deze volgens de
waarschijnlijkheidsrekening slechts ong. 8' zoude bedragen.
Toch is met opzet dit verschil gegeven. De aangenomen LSso
toch is niet betrouwbaar, kan door verschillende omstandigheden
te groot of te klein zijn. Daarom moet in de eerste plaats
gecorrigeerd worden middels de grootte der
afwijkingen, in de tweede plaats middels den zin der
afwijkingen. Dit belangrijke punt zij wel te herinneren.
Nu is echter nog niet de zijdelingsche richting geheel juist
tot op 1 00 d. w. z. de richting van het doel en dus ook de
afstand tot het doel is nog niet bekend. In de geschoten richting
is de afstand tot de waarnemingslijn wèl be
kend, doch deze kan nog aanzienlijk verschillen met de richting
van het doel, en daarom met den afstand in die richting.
Het groepschieten wordt dus voortgezet tot de juiste zijde
lingsche richting is verkregen. In de tweede groep (voorbeeld 1)
is dit gelukt na 4 schoten. De groep is toch verlengd tot 6
schoten. De aan te brengen correctie is nu wederom te stellen
in verband met de grootte der gemiddelde afwijking en het
nummer van de groep 1. In het voorbeeld dus 2 L te deelen
door 2+1 3 is 1'. Het groepschieten is nu afgeloopen.
De volgende phase is die voor het uitwerkingsvuur.
52. Deze hangt af van de nauwkeurigheid van het groep
schieten bij het juistheidsvuur, van het grensschieten bij het
strooivuur en van het al of niet herhalen van de waarnemingen
van het of door den waarnemer. In punt 50 is reeds gezegd,
dat nadat de waarnemer een waarneming in de waarnemingslijn,
dus of heeft gemeld, de vuurleider een parallelle sprong
154