133. Indien de verd. er van zou afzien de art. v. d. aanv. te
beschieten, zou deze geheel ongehinderd hare taak kunnen ver
vullen.
134. In verband met de onzekerheid, waarin de verdediger
verkeert t. a. v. h. optreden v. d. aanv. kan van eene aanwijzing v.
bepaalde art.-eenheden öf uitsluitend v. h. beschieten v. d. vijand,
inf. en mitrs, öf voor het bestrijden van de vijand, art., in het alg.
geen sprake zijn. V. z. v. de art. niet voorloopig in res. wordt
gehouden wordt zij verdeeld in art. v. d. nabijverd. en v. middelb.
en gr. afstanden.
135. Door doelm. versterking v. h. terrein en oordeelk. verdeeling v. d.
troepen over de stelling moet worden getracht een zoo groot mog. troe
penmacht als alg. reserve beschikbaar te houden. Daardoor stijgt de kans om
middels een tegenaanval eene beslissende overwinning te behalen. Wordt
een tegenaanval beoogd, dan moet de alg. reserve zoodanig worden op
gesteld, dat zij, i.v. m. d. verm. aanvalsrichting v. d viiand en het terrein,
het beste den aanval kan verrichten. Zijn geen van beide vleugels aan
geleund, dan zal, indien een tegenaanval wordt beoogd, achter één vleugel
eene zoo sterk mog. alg. reserve tot het verkrijgen v. d beslissing moeten
worden geplaatst, terwijl de andere vleugel tegen eene mog. omvatting
moet worden beveiligd.
138. Zoodra de tegenaanval begint, wordt deze d. e. krachtig art.-en mitr.-vuur
gesteund, waarbij naar eene écharpeerende werking moet worden gestreefd.
Heeft de tegenaanval plaats, nadat de vijand reeds de stelling is binnenge
drongen, dan moet het doel zijn den vijand weder uit de stelling te werpen.
180 T. beh. v. d. onontbeerlijke samenwerking worden de inf.-battn. n-b.
over de aanvalsgroepen verdeeld: als regel zal dus deze verdeeling niet
gelijkmatig zijn, doch zal de besl. groep den meesten steun van inf.-batt.
behoeven. De inf.-batt. voor elke aanvalsgroep staan onder eenh. leiding v. e.
A.C., die onder de bevelen blijft van den A.C. Div.deze laatste wiist
bedoelde batt. hare bestemming aan en tevens de in te nemen stellingen. De
A.C. bij een aanvalsgroep is echter verplicht t. a. der onder vuur te nemen
doelen, het openen, verplaatsen, versnellen of staken v. h vuur de aanwij
zingen te volgen v. d. comdt dier groep, m. d. v., dat onder bijz. omstan
digheden, indien de Div.-Comdt eene gelijkt, verrassende vuuropening beoogt,
de eerste vuuropening o.l.v. d. A.C. der Div. kan plaats hebben. Tenzij
krachtige verdedigingswerken of hindernissen moeten worden vernield, wordt
het openen v. h. vuur d. d. inf.-batt. in beg. eerst gelast, wanneer inf. (mitr.)
vuur van bet. is te verwachten.
201. De art. voor middelb. en gr. afst. zal desnoods na wijzigen v. op
stelling a. d. nabijverd. moeten kunnen deelnemen, in het bijz- op het
stellingged., waartegen de vijand zijn hoofdaanval verricht, dan wel den
tegenaanval moeten kunnen steunen. T. onder de steeds wisselende ge
vechtsomstandigheden een econ. gebruik v. d. niet uitsl. v. d. nabijverd.
bestemde art. te waarborgen, moet deze onder eenh. leiding blijven v. d. A. C.
Div. Vuur op gr. afst. vereischt gewoonl. bijz. voorbereidingen, welke tijd
vorderen.
202. In elk bijz. geval zal moeten worden overwogen, of een gedeelte der
art. c. q.t. beh. v. d. tegenaanval aanv. in res. moet worden gehouden.
Deze art. wordt dan als regel in afwstelling geplaatst.
203. Het gebruik v. d. art. b. d. tegenaanval geschiedt als v. d. aanval
omschreven.
Tegen 133 zal wel niemand bedenking hebben. Intusschen
volgt er uit, dat de aanv. art. beschoten moet worden. Is de art.
v. d. verd., die dit doen moet, nu contra-art. of niet? Wellicht
art. met dubbele bestemming (zie 134).
228