197. Aangezien innige samenwerking tusschen de artillerie voor
de nabijverdediging met de infanterie en mitrailleurs onontbeerlijk
is, worden de hiertoe aangewezen batterijen onder de bevelen
gesteld van de commandanten der betrokken infanterie-eenheden.
Indeeling bij de regimentsvakken zal regel zijn; eene verdere
onderverdeeling over bataljonsvakken is in het algemeen onge-
wenscht. De ten behoeve van een (regts) vak ingedeelde art.
voor de nabijverdediging (v a k-artillerie) staat onder eenhoofdige
leiding van den A. C. in dat vak.
198 1). De samenwerking tusschen art., inf. en mitrs moet ten
doel hebben het vuur naar behoefte over het aanvalsterrein tot op
1000 M. vöör de stelling te kunnen verdeelen, dan wel op
bepaalde deelen daarvan te kunnen concentreeren.
2). De vak-commandant wijst ongeveer de plaats(en) aan waar
zijne artillerie in bewakingsstelling moet worden opgerteld, op
welke punten of strooken vuur moet kunnen worden gebracht, en
wanneer het vuur moet worden geopend.
Vuuropening op last van de commandanten der zelfstandig
optredende art.-eenheden zal regel zijn. Voor een en ander zullen
aan elke batterij, of zelfstandig onderdeel, van te voren de noodige
aanwijzingen moeten worden gegeven.
4)Zoo noodig geeft de vak-commandant gedurende het gevecht
aanvullende bevelen aan den A. C. van zijn vak.
5). V. d. art. v. d. nabijverd. zal secties- of stukgew. opstelling
vaak gewenscht zijn.
199. De art. v. d. nabijverd. kan on verschillende wijzen worden
opgesteld: a. frontaal, in of dicht achter de voorste weerstandslijn
der infanterie; b. flankeerend.
200. Aan deze opstellingen zijn de volgende voor- en nadeelen
verbonden.
Ad a. Er kan direct worden waargenomen; men is dus voor
de waarneming onafhankelijk van telefoonverbindingen.
De batterijen zijn echter zeer bezwaarlijk afdoende te maskeeren
en staan dus spoedig aan vernietiging bloot.
Ad b. Gewoonlijk zal directe waarneming mogelijk zijn; de
vuurleiding zal dan niet afhankelijk ziin van telefoonverbindingen.
Door traditore-opstelling achter dekkingen kan de batterij tegen
frontaal vuur uit vlakbaangeschut worden beschermd.
Niet zelden zal eene zoodanig op te stellen batterij een plaats
moeten worden aangewezen buiten de grenzen van het eigen vak,
dus in een nevenvak, waardoor de samenwerking met de infanterie
afhankelijk wordt van telefoonverbindingen.
230
126. In beginsel wordt slechts ééne stelling ingericht en met alle
middelen versterkt, zij het dan ook, dat deze uit twee of meer weerstands-
lijnen kan bestaan, om eene hardnekkige verdediging mogelijk te maken.
Aanbeveling verdient het de versterkingen niet in eene samenhangende
linie, doch groepsgewijze aan te leggen open ruimten tusschen die groepen
zijn niet schadelijk, mits zij werkzaam onder vuur kunnen worden gehouden.
Voor de bezetting van elke groep worden bij voorkeurtactische eenheden aan
gewezen. Mitrs op de vleugels der groepen kunnen zeer nuttig zijn zijleenen
zich in het bijzonder tot het o. vuur nemen van hindernissen en doode hoeken
vóór de stelling, zoomede v. d. ruimten tusschen steunpunten en gev.-groepen.