nabijverdediging. Deze zullen, v. z. mogelijk en gewenscht, reeds worden voorbereid en uitgevoerd. Wat betreft de zinsnede: „dan wel den tegenaanval moeten kunnen steunen", zij aangeteekend, dat, als die taak toevalt aan ex art. voor middelbare en groote afstanden, bij het gebruik als zoodanig wel degel ij k en terdege rekening zal moeten worden gehouden met den beslisten eisch, dat die art. voor hare toekomstige taak beschikbaar en geschikt blijft, want daar ligt dan de hoofdtaak, het optreden voordien is secundair. Loopen ze bij dat optreden voordien gevaar t. g. t. niet meer beschikbaar te zijn, dan zullen zij z. n. zwijgen, of ongemerkt van stelling veranderen. Het is o. i. zaak in de G. H. nadrukkelijk hierop te wijzen. Waarom wordt hier de uitdrukking: „steeds wisselende gevechts omstandigheden" te pas gebracht? Centralisatie, van bedoelde batterijen, is een algemeen erkend beginsel (punt 166). Deze art. wordt dus niet verdeeld over Groepen, doch blijft onder den Div.-Comdt (A. C. D.), zij 't dat wellicht alles of een deel onder een specialen A. C. worden gesteld (zie punt 183), die dan echter toch alleen met den Div.-Comdt (A. C. D.) te maken heeft (zie ook punt 184). Het beginsel van het tweede lid is dan ook volkomen juist te achten. Wat is eigenlijk de bedoeling van het woord: „eenhoofdige" in de uitdrukking „eenhoofdige leiding"; er is toch geen „meerhoof- dige" leiding van dien A. C. denkbaar? Deze opmerking geldt ook voor andere punten, waarin die uitdrukking voorkomt. ad 3de 1 i d. De meeste art.-vuren eischen veel voorbereiding, dus veel tijd! Waarom wordt niet eenigszins toegelicht, waarom vuur op groote afstanden door verdedigende art. af te geven, bijzondere voorbereidingen vordert? Veelal zal juist de verdediger die voorbereidingen tijdig hebben kunnen treffen. Men- zie-4a4tts- schen het art. van den Heer Sieburgh. Opgemerkt wordt nog dat het bedoelde „deelnemen aan de nabijverdediging" niet maar in het wilde weg mag plaats vinden, doch geregeld dient te worden door den A. C. Anders zou het eene doel worden overstelpt wellicht onnoodigeen ander doel onvoldoende worden beschoten. 233

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 15