154. In den strijd van de voorhoede bij een ontmoetitigsgevecht
zullen de bestaande onzekerheid en voortdurend wisselends om
standigheden eene indeeling van de voorhoede-artillerie zooals
voor den aanval of de verdediging aangegeven slechts zelden
toelaten. Het optreden v. d. voorh.-art. zal zich kenmerken
door groote vlotheid en veelvuldige doelwisseling, terwijl stelling-
verand. vaak niet te vermijden zal zijn. Vaak zal eenzelfde
batt. afw. op inf. en op art. moeten vuren (art. met dubb. best.)
Regel zal dus zijn dat de voorhoede artillerie slechts een strook
ter bewaking wordt aangewezen, waarin de belangrijkste of ge
vaarlijkste doelen onder vuur worden genomen.
152. Het ontwikkelen van de hoofdmacht vordert echter tijd.
Zoodra dus uit ingekomen berichten kan worden afgeleid, dat in
de marschrichting eene ontmoeting met den vijand is te verwachten,
zal de A. B. den voorh.-commdt nadere bevelen verstrekken.
Deze bevelen zullen in den regel inhouden het bezetten van
bepaalde punten, waarvan het bezit van overwegenden invloed kan
zijn op het verder verloop van het gevecht, een en ander om de
hoofdmacht tijd en ruimte voor hare ontwikkeling te verschaffen.
155. Hoewel het tot standbrengen en voortdurend onderhouden
van eene innige samenwerking tusschen infanterie en artillerie niet
zelden ernstige moeilijkheden zal ondervinden, mag hiertoe geen
poging onbeproefd blijven.
156. Het kan noodig zijn de art. voorh. te versterken.
157. Art. welke reeds ged. den marsch bij de voorhoede is
ingedeeld, dan wel tiidens het gevecht v. d. voorhoede daaraan
wordt toegevoegd, blijft o. d. bevelen van den voorh.-comdt totdat
het voorh.-verband door den A. B. wordt oogeheven.
158. De artillerie der hoofdmacht zal zoodra mogelijk gereed
moeten zijn om in den beslissenden strijd in te grijpen.
206. Treden meerdere Divisiën gezamenlijk op, dan voert elke
Divisie het gevecht volgens vorenaangegeven beginselen.
213. Beschikt de A. B. nog over artillerie buiten Divisie-verband,
dan wordt deze naar behoefte ingezet, als regel op het beslissende
frontged. De art. buiten Div.-verband, welke oo het gevechtsfront
eener Div. moet optreden, wordt onder de bevelen gesteld van den
betr. Div.-comdt en van den A. C. Divisie. Concentratie van zoo
krachtig mogeliik art.-vuur op het ged. v. h. gev.-front, waar de
beslissende strijd wordt gevoerd, moet op den voorgrond staan.
Het onttrekken van art. a. e. Div. t. beh. v. andere troepen moet
echter in beg. worden vermeden.
ad 15 4. Het verdient o. i. aanbeveling de woorden „zal zich
kenmerken" te vervangen door „behoort zich te kenmerken". Dat't
zoo z a 1 zijn, valt slechts te hopen! Stellingverwisseling heeft heel
wat voeten in de aarde, ze zal in beginsel te vermijden zijn.
Wat is i. c. de taak van de voorhoede? Het bezetten van bepaalde
punten (zie 152). Zijn deze reeds in bezit, dan „in bezit houden".
238