ert mitrs meestal noodig zijn. Worden de door den verdediger vooruitgeschoven atdeelingen door art.-vuur uit meer achterwaarts gelegen opstellingen gesteund, dan zal ook deze art., indien het gelukt hare opstelling te leeren kennen, onder vuur moeten worden genomen. Uit de op den vijand veroverde punten in het voorterrein kan in den regel een beter inzicht in 's vijands stelling worden verkregen. Volledigheidshalve zijn hieronder nog eenige aanteekeningen vermeld aangaande de punten: 21, 22, 45, 60, 85, 93, 108 en 138. Ad 21 2de lid. In den regel zal hiertoe waarneming uit de lucht noodig zijn (zie het Ned. Gevechtsvoorschrift). Zooals de redactie thans luidt, bestaat er kans, dat men het o-estelde minder juist opvat en binnen de 10 K. M. ten allen Hj de rekening gaat houden met zulk een vuuroverval, terwijl de bedoeling is, dat in elk b ij z o n d e r geval de kans daarop moet worden overwogen en indien deze bestaat daar reke ning mede moet worden gehouden. Men kan nooit te duidelijk zijn! Ad 22. In het 1ste lid ware achter „ontwikkeling" toe te voegen: v. d. aanvaller". Wat betreft het 2de lid vraagt men zich wellicht af: Is de bedoeling de (geheele) art., of ook daarvan eventueel slechts een deel? Er staat „kan" (d. i. „desgewenscht kan") worden beschoten; men zie terzake punt 131. ad 3de en 4de lid: dus eventueel boven de 10 K. M., gerekend vanaf 's vijands art.? (zie punt 21). Ad 45. Men zie I. M. T. juli No. 1. De (art.)vliegtuigen des vijands zullen moeten worden bevuurd, blijkbaar door de contra-art. (zie punt 101). Ad 60. Bevat een uiterst belangrijke bepaling, waarmede elk soldaat bekend behoort te zijn (daarom is het plicht enz.). Een afschrift van het gestelde ware in de compn enz. op te hangen. Ad 85. „zoo krachtig mogelijk". Dat zou dus zijn „met de geheele macht", ook wat art. betreft. Dit zal wel niet de bedoe ling zijn (zie het 2de lid), maar dan is gelijk reeds werd gezegd in het voorgaande (zie bij punteenige redactiewijziging wel gewenscht. De vraag rijst verder misschien, of ook in dit geval zie 2de lid punt 102 (slotzin) geldt. Het is echter geen hoofdaanval. Zie ook 187. 241

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 23