waren (in het bijzonder van de kleine kalibers als 7,5 cM. en 10,5 cM.) en moest men, om zich onafhankelijk te maken van de terreinsgesteldheid bij het doel, inschieten met T. vuur. Dit inschieten met T. projectielen vond verder toepassing bij het vuren bij nacht en ook bij die fronten, waar een groote art.-werkzaamheid heerschte (immers met T. projectielen inschietende, kon men de S. Pn zoo hoog maken als men verkoos, teneinde deze niet te verwisselen met die van andere battn); bij nevel (natuurlijke of kunstmatige); als het doel absoluut onzichtbaar is, enz. Bij het inschieten met T. vuur bij nacht kan dit met even groote nauwkeurigheid geschieden als overdag. Wel deden zich in het begin bij deze schietmethode groote moeilijkheden voor, doch langzamerhand werden deze alle opgelost, zoodat nu het inschieten met T. vuur op deze wijze eveneens mogelijk is. Het vastleggen der S. Pn geschiedt als volgt (zie fig. 1): De graad van nauwkeurigheid is ook hier weer afhankelijk van het zoo zuiver mogelijk op de kaart brengen van de plaats van het doel en die der waarn.-posten. Zij O,, O,, 03, de waarnemers (minstens drie), liefst natuur lijk zoo hocg mogelijk opgesteld. Ieder van hen heeft zijn kijker weer met 0 0 vastgelegd op een bepaald richtpunt R. S. P. is het gem. springpunt, L. trefpunt van de gem. baan met den doelhorizon. Elke post moet nu bekend zijn met: le. de eigen hoogte boven den zeespiegel2e. de hoogte van het doel boven den zeespiegel3e. de hoogte van de batterij boven den zeespiegel. Hieruit bepaalt iedere post het hoogteverschil tusschen haar en het doel en tusschen het doel en de batterij. Iedere post meet van elk S. P. op le. de hoogte boven het horizontaal vlak der waarn. post. Daar het doel gedekt is en dus onzichtbaar, kan de waarnemer niet rechtstreeks t. o. v. het doel waarnemen, maar moet dat doen t o. v. zijn hor. vlak. 2e. de zijdelingsche afwijking t. o. v. de vaste lijn; d. i. dus hoek a. De centrale meetpost krijgt dus van iederen waarn.-post op: le. van elk S. P. de afwijking a. Uit a,, a2, a3, enz. van dat schot wordt de horizontale proj. van dat S. P. op de kaart precies bekend. Uit de groep van 4 6 schoten wordt het gem. S. P. bepaald en daarmee is bekend C. E. 2e. van elk S. P.de hoogte b °/0o- Uit.de b„ b2, b3, enz. van dat schot word de verticale proj. van dat S. P. in de lucht bepaald. Zoo ook voor ieder der volgende schoten der groep. Daarmee is bekend de hoogte b °/00 van het gem. S. P. In verband met den gemeten afstand C E is nu de hoogte SP.-A bekend in meters. 252

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 34