snelheid van het geluid; door tegenwind wordt de geluidssnelheid verkleind. De invloed van den wind is echter lastig vast te stellen. Verhooging van luchttemperatuur geeft vermeerdering van snelheid en wel, zooals boven reeds gezegd is, ong. 0,6 M|sec. voor iederen graad. Overdag wordt de luchttemperatuur bij 100 M. stijging ong. 0,5 tot 1 graad C. lager. Hoe hooger men komt, hoe kleiner dus de geluidssnelheid. Door al deze veranderingen in windrichting, windsnelheid, luchttemperatuur en samenstelling der luchtlagen valt ook bij het geluid het verschijnsel van straalbuiging waar te nemen. De vochtigheid der lucht is van weinig, de luchtdruk zelfs van geen invloed. Indien O,, 02, 03, 04, enz. observatieposten zijn (zie fig. 5) die hun waarnemingen doen t. o. v. een vuurmond P, welke vuurt op een tijdstip T0, dan hoort na T, sec. O, het schot, na T2 hoort 02 PO PO het, enz. Het verschil dezer tijden is dan T4 T3= T4—T2 - -, T4 T, als Vg de snelhied van het geluid op dat oogenblik (de tijdsverschillen zijn zoo klein, dat Vgi, Vg2, enz. als constant beschouwd mag worden daar de luchttemperatuur in die periode ong. constant is). Deze verschillen worden alle bepaald door een centralen meetpost. Het verschil tusschen PO, en P02 is constant; de meetkundige plaats van P is dus een hyperbool, die 0, en 02 als brandpunten heeft. Evenzoo ligt P op een hyperbool met 02 en 03 als brandpunten. Het snijpunt van deze beide hyperbolen geeft dus het punt P. (Hoe meer hyperbolen, hoe kleiner de foutenveelhoek, dus met hoe grooter nauwkeurigheid het snijpunt P. bepaald wordt). Bij benadering kan men in plaats van de hyperbolen, hun tangenten construeeren. Dit kost minder tijd en is voldoende nauw keurig. Voor een bepaald net van waarn.-posten (centrale n bijbe hoorende observatie-posten) zijn dus de onderlinge afstanden 04—03, 0302, enz. constant. Voor dit postencomplex kan men dus van te voren een net van hyperbolen construeeren, op door zichtig papier, dan wel op celluloid, bestaande uit series hyper bolen, behoorende bij 0,02, 0,Ü3, 0203, enz.iedere serie behoorende bij een bepaalde schaal en z. n. geteekend met een bepaalde kleur. Het juiste punt P wordt dan gevonden door interpolatie. Hjt punt P kan men ook beschouwen als het middelpunt van een cirkel, welke drie gegeven cirkels 02, 03, 04 raakt (cirkel van Apollonius). Dit is een derde methode om P te vinden door n. 1. op doorzichtig papier of op celluloid een grafiek te teekenen van concentrische cirkels en dit op de kaart te leggen, waarop de cirkels 02, 03, en 04 zijn geteekend. De cirkel der grafiek, welke 256 T, T, P04 P02 T. T, P04 PO, A u. A

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 38