theoretisch vertrouwd zijn met de eenvoudigste trigonometrische vraagstukken. Omtrent de organisatie zij vermeld, dat de Art. peiltroepen, -waarn. vliegtuigen en -ballons van een Divisie allen onder één comdt zijn vereenigd en wel een artillerist. Hierdoor alleen wordt gewaarborgd de zoo noodige onderlinge aanvulling en controleering en overzicht. Opgemerkt zij, dat, schietende met behulp van een der peil troepen, de B. C. echter als directe vuurwaarnemer is uitge schakeld; hij heeft nu niets anders te doen dan uit de hem opgegeven waarnemingen de correcties voor de batt. af te leiden en deze de batt. te commandeeren. Doet hij méér, dan gaat dit ten koste van de vuuruitwerking. (Dit is ook het geval bij het schieten met behulp van een der luchtwaarnemingsorganen). ad 2de. Observatieposten voor de vuurleiding. Hieronder worden dus verstaan waarn.-posten voor den B. C.-vuurleider, voor den waarnemingsoff. en voor de Art.-off.-waarnemingspatrs. Als norm is de B. C. de vuurleider van zijn batt. Slechts in hooge uitzonderingsgevallen (b. v. zeer kritieken toestand) is het van belang, dat de B. C. zich in de batt. bevindt; het zien van hun commandant en diens voorbeeld geven den menschen grooten moreelen steun (b. v. in den oorlog in Z.-West-Afrika). Aangezien de Art. nu bijna uitsluitend slechts gedekte stellingen mag innemen, is daardoor ook de keus der waarnemingspunten veel moeilijker geworden, in vergelijking bij vroeger, toen nog ongedekte stellingen werden ingenomen. Het zoeken naar een goed w a a r n.-p u n t vordert dus tijd; bij het uitzenden der verkenningspatrs dient daarmee dus rekening gehouden te worden. Een goede kijk op de kaart zal hierbij van zeer veel nut zijn, in het bijzonder in den bew.-oorlog, waar wel vaak weinig tijd voor goede verken ningen zal zijn. Hierbij kan de vraag worden opgeworpen: wat gaat er nu vóór: de bepaling van de plaats der stukken, of die van den B.C.? In ons V. G. V. B. A. is bepaald, dat de keuze der waarn. plaats op den voorgrond staat; ook de Fr. en D. reglemen ten, op oorlogspractijk gegrondvest, doen dit. Een goede waarn. waarborgt een goede vuuruitwerking en dus een goed gebruik der Art.1)- De oorlogspractijk heeft verder bewezen, dat het verkeerd is, om hoogten met alleen staande boomen of met andere opvallende terreinvoorwerpen, alleen staande huizen, alleen staan de boschjes en dergelijke als waarnemingsposten te gebruiken. Door hun ligging trekken zij a. h. w. de waarnemers aan, doch tevens het vijandelijk vuur (de Fr. b. v. beschoten ieder boschje, struikje, enz., dat zich maar eenigszins voorde waarneming leenen kon, zoodrazij daar- Instruction sur Taction offensive, par. 63. 261

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 43