c.-comdt hebben moeite op de hoogte van den toestand te blijven en het gevecht te leiden; de steun der art. heeft niet veel te beduiden (men kan de art. o. a. niet doen weten, tot hoever men is gevorderd). tegenover al deze nadeelen staan als voordeelen: men is beter gedekt en de genomen maatregelen zullen dus den tegenstander minder gauw bekend zijn; de reserves kunnen dichter worden aangetrokken en hebben meer vrijheid van handelen, doordat ze zich aan het gezicht des vijands onttrokken naar alle rich tingen kunnen bewegen. De formaties van den aanvaller zijn veranderlijk met den aard der begroeiïng. Kan de voorwaartsche beweging nog gemakkelijk geschieden, dan beweegt zich de comp. in 'n linie van kleine colonnes, waarvóór patrs, waarachter de comp.-reserve, waarbij zij- èn voorwaarts verband wordt gehouden. In zeer dichte en lastige begroeiïng zal een minder groot aantal colonnes moeten worden gebezigd. Voortdurend gebruik van het kompas tot het bewaren van de juiste richting zal meestal n o o d i g z ij n, terwijl nu en dan worde halt gehouden tot het herstellen der zijw. verbindingen (liefst aan den eigen rand van open plekken, of bij paden enz. die nagenoeg loodrecht op de directie loopen). De patrs waarschuwen bij stuiten op den vijand tijdig door te vuren. Heeft een plotselinge ontmoeting op zeer korten afstand plaats, dan wordt zoo noodig dadelijk met de bajonet aangevallen. Moet men een bosch nemen, dan is het 1ste object de rand, waarbij door de neventroepen een hevig vuur op de saillanten wordt afgegeven. Hier in Indië zullen wij herhaaldelijk hebben strijd te voeren in wat de stafkaart aangeeft als „schaarsch bewoonde terreinen, dan weer in streken, waar de kampongs uitgebreid zijn en de huizen dicht op elkaar staan, omringd door meer of minder dichte begroeiïng. Nu eens zal onze opmarschweg, of die des vijands, voeren door uitgestrekte klappertuinen, hevea- en djati-aanplant, dan weer door terrein met laag struikgewas en op al die terreinen is het vorenstaande goeddeels van toepassing. Is in het algemeen voor ons de keuze van aan te nemen opstel lingen en gevechtsformatiën niet gemakkelijk een B. V. zal voor dezelfde, zoo niet grootere, moeilijkheden komen te staan. Verdediging. 1. bewoonde oorden en bosschen worden dikwijls gebezigd als steunpunten en centra van weerstand. 2. bij eenige diepte van oord en bosch make men inwendig een verdedigingsnet. 3. a. Localités: Défense de la lisière; groupes postées a une distance suffisante en avant d'elle afin de n'avoir pas a craindre les tirs de demolition dirigés sur cette lisière. Le flanquement de 266

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 48