a. As soon as any forward unit has been able to close with the enemy in any houses and is engaged in clearing up the hostile resistance, the next supporting unit should pass on and continue the advance. Thus the pressure on the enemy will be maintained and no opportunity allowed him to rally. b. Sections should advance up the right hand side of a street, as the defenders, firing from their right shoulders, will have to expose themselves in order to fire down either side of the street. V. Verdediging van dorpen, a. The facilities which it (het dorp) affords for water, cover and shelter increase the arguments for its inclusion in the defence sheme. b. The forward posts should be placed in front of the edge (dus in tegenstelling met de stelling in bosschen, zie boven) of the village. The actual edge would provide an easy target for art. (als bij bosschen), whilst a forward position within the village would allow the enemy to gain valuable cover and a jumping-off-point for his attack (zulks weegt echter niet zwaar bij onze inl. dorpen, bij welke men den regel als bij bosschen kan volgen stelling nemen achter den rand, wijl als regel de daarin staande huizen gemakkelijk kunnen worden op geruimd). 5. DE ONDEROFFICIER INSTRUCTEUR door F.J.P. S. Het is ons niet bekend, welke overwegingen indertijd hebben geleid tot het instellen van het instituut der Onderofficieren instructeur, echter heeft deze instelling thans lang genoeg bestaan om het volgende oordeel daarover te kunnen uitspreken: lste Het is gebleken dat de functien van Sergeant Majoor administrateur en idem instructeur, wat betreft het handhaven van de politie in het kampement en in de compagnie, niet in overeenstemming zijn te brengen, anders dan op gekunstelde, onlogische wijze, of door den S. M. A. bij het dienstvak der Militaire Administratie onder te brengen, hetgeen een wijziging van de comptabiliteitswet zou noodzakelijk maken, waarvan de noodzaak echter niet kan worden ingezien. 2de De werkkring van S M. A. is belangrijk zwaarder dan dan die van S. M. 1., hij draagt finantieele verantwoordelijkheid, moet altijd overwerk verrichten, wil hij geen achterstand krijgen, moet een moeilijker examen doen om die betrekking te verkrijgen, doch geniet dezelfde bezoldiging als zijn collega-instructeur. Hierom is te voorzien, dat spoedig geen liefhebbers meer voor deze betrekking zullen zijn te vinden, of met minderwaardige krachten zal moeten worden gewerkt. Men kan dan ook voorspellen, dat bij bestendigen van den toestand, het verloop zeer groot zal worden, indien de malaise 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 52