des Beurlaubtenstandes in Frage gestellt sein. Auch im Frieden wiirde die Truppe schwer darunter zu leiden haben: im Dienst- betrieb würde sich eine nervöse Unruhe ein stellen, unter deren Einflusz Dienstfreudig- keit und Leistungen zuriickgehen müszten. Un- sere „Reglements" miissen also eine langere Reihe von Jahren in Kratt bleiben; sie dürfen nicht jeder taktischen Strömung und sei sie noch so zielgerecht, ohne weiteres folgen. Das mag bedauert werden: aber es ist das kleinere Uebel, und unabwendbar bleibt, dasz jedes Reglement, auch das beste, noch zur Zeit seines Bestehens teilweise veralten musz. Verder zijn bij allen arbeid aanmoediging en leiding onmisbaar en daar ontbreekt ten onzent wel eens wat aan. Niet alle chefs nemen het goed op, als een studeerend ondergeschikte beter op de hoogte blijkt te zijn. De financieele kwestie buiten beschou wing latend-ons beroep behoorttotde zgn. liberale is een andere zaak, wat men met studie (andere, dan die voor H. K. en I. C) bereikt. Ter demonstratie het volgende: Een jeugdige makker wenschte graag mitraillist te worden en meende dat te kunnen bereiken door eene grondige studie van dat wapen. „Verkeerd," zei een oudere, „zoo kom je misschien bij de wielrijders of bij het Bestuur, maar beslist niet bij de mitrs." Die oudere had natuurlijk ongelijk, maar dat zulke meeningen bestaan, is al erg genoeg en nog erger is, dat ze, althans voor niet-ingewijden, voedsel krijgen door de practijk; een bekwaam kapitein-adj., een levende A. O., krijgt een comp. wielrijders; een uitblinkend gezaghebber een mitr.-comp.; een menage-specialist eene betrekking bij het mil. onderwijs; een kapitein met langen diensttijd op de B. Bez. bestudeert tijdens zijn buitenl. verlof een ander koloniaal leger, naar Indië terugkeerende, stuurt men hem weer de rimboe in en de vruchten van zijn studie worden voedsel voor de witte mieren. Voor dergelijke inconsequen ties naar het uiterlijk zijn natuurlijk plausibele redenen, maar ze werken funest op de studielust. Trouwens onze mil. studiosi gaan ten dezen zelf niet vrij uit: een intendant schrijft over strategie, een inf. over spoorweggeschut, een ander van dat wapen bij voorkeur over cav. Als ons berggeschut binnen kort zijn zilveren beproe- vingsfeest viert, zal een inf.-geschutconstructeur met weemoed herdacht worden. Hoe is er verbetering te brengen? Men verlegge de wetenschap pelijke vorming der offn van den c.-comdt (die van zijne 200 verplichtingen wel wat missen kan) naar den B.-Comdt. Diens leiding beperke zich niet tot tactische oefn op de kaart, welke door hunne veelvuldigheid meer en meer een schablonenkarakter aannemen (daar zijn ook verzamelaars op dit gebied), maar hij zette de jongeren eens duchtig aan het werk, zooals in tempo- dhoeloe, in den drukken I. V. tijd, enkele Korps-comdtn dat in de perfectie verstonden. 273

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 55