8. DE DEFENSIE VAN NEDERLAND-INDIË IS IN DE EERSTE PLAATS DE TAAK EENER LUCHTMACHT, door H. Behrens. Een op moderne leest geschoeid defensie-systeem vindt zijn kracht in drie factoren: Lucht-, Land- en Zeemacht, welke in onderlinge samenwerking het territoir van den staat hebben te beschermen en de veiligheid van het Land tegen indringend vreemd ge- -?ld moeten verzekeren. Het hangt van verschillende omstandigheden af, zooals ligging, grenzen, vorm van het land, aan welke der drm factoren de meeste waarde moet worden toegekend. Tot nog toe - erd de luchtmacht als een onderdeel van Marine en Leger beschouwd en werd voor een defensie-plan alleen overwogen welk van deze twee de voornaamste taak had te vervullen. Het luchtwapen is nog jong en heeft nog niet geheel zijn vollen wasdom tot „luchtmacht" bereikt. Vroeger, vóór vrij wel de geheele wereld in financieele moei lijkheden was gekomen, ging men bij het vaststellen van een defensieplan van den gezonden stelregel uit zich eerst af te vragen: wat heb ik noodig voor de verdedigingen daarna werd berekend hoeveel het geheel zou kosten. Thans is dat anders, de financieele omstandigheden dwingen er toe te zeggenzooveel kan ik hoogstens besteden, wat kan ik voor dat bedrag krijgen om zoo goed en zoo kwaad het gaat eene verdediging in elkaar te zetten. Het spreekt van zelf, dat met het betrekkelijk luttele bedrag, dat het N. 1. Gouvernement in de gegeven omstandigheden voor leger en vloot denkt te mogen besteden, geen modern uitgeruste lucht-, land-, en zeemachten te verkrijgen zijn, in staat om de verdediging van Java, laat staan van Ned. Indië, op zich te nemen. Een vloot alleen, die in staat is het grondgebied te beschermen, kon volgens vroegere Staats-Commissies (nog voor den tijd der „malaise"), niet door ons bekostigd worden Een moderne vloot van groot en klein materiaal e n een behoorlijken vliegdienst is iets waaraan niet meer te denken valt. Het laatste planeen vloot van klein materiaal, waarbij een kleine vliegdienst behoorde, zou slechts dienen om den vijand aanmerkelijke verliezen toe te brengen tijdens de vaart naar Java, waar de landmacht dan verder de verdediging zou voeren. Nu uit verschillende proefnemingen, manoeuvres enz blijkt, dat de duikboot (het hoofdwapen van de vloot der interdepartementale Commissie) in de Indische wateren niet aan de haar toegedachte taak zal kunnen voldoen, op de wijze, zooals men oorspronkelijk dacht, komt dus de verdediging tegen een vrij-wel ongeschokten tegenstander geheel te rusten op de landmacht. De landmacht, die bij de bezuinigingsaanvallen steeds het eerste slachtoffer is geweest en nog steeds is 1) Ter publ. ontv. 24 2 23 Red. 1. M. T. 275

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 57