287
Hierdoor wordt duidelijk aangetoond, dat voor een groot deel, of liever
in "de eerste plaats, de tragere gang van de promotie veroorzaakt wordt door
het te geringe aantal pensioneeringen in de hoofdoff.-rangen en in den kapt.
rang m a. w. doordat de selectie niet streng genoeg is doorgevoerd. Wil
men' de promotie verbeteren, dan is het dus zaak het kassianstelsel prijs
te geven. Verder toonen de graphieken aan, dat een verbetering in de
verhoudingscijfers, in de mate zooals tot nu toe is geschied, de promotie
slechts weinig bevordert en dat deze in de allereerste plaats wordt begun
stigd door afvloeiing in de hoogere rangen. Dezelfde uitspraak werd gedaan
door den toemaligen kol. Gerth van Wijk in zijn lezing „Nieuwe banen
in de vergadering onzer Vereeniging Afd. Bandoeng op 7 Oct. 18, waarin
snreker te kennen gaf: „De gang van de bevordering wordt in hoofdzaak
beheerscht door de afvloeiing in de hoogere en hoogste rangen. Immers
de vacature moet er eerst zijn, alvorens door bevordering daarin kan worden
voorzien en hoe hooger de rang, waarin de vacature ontstaat, hoe grooter
in het algemeen de afvloeiing zal zijn in de naast lagere rangen, als gevolg
van die vacature. Hoe langer derhalve de vacatures op zich laten wachten,
hoe trager de promotie. In de regeling van die afvloeiing ligt dus een bij
uitstek werkzaam middel om den gang der bevordering te be|n^oedpn
Ook in zijn artikel „Nieuwe banen zelt geeft genoemd off. aan .„De kwaal
bij de in dat de rangen van kap., maj. en Lt.-kol. eerst worden bereikt
na resp 14, ruim 22 en ruim 25 jaar dienst als off. begint langzamerhand
een chronisch karakter te krijgen. Dat zulks niet kan medewerken tot
handhaving van een goeden geest, behoeft geen nader betoog. Het eenige
geneesmiddel tegen die kwaal is te zorgen voor een geregeld verloop in
de hoofdoff. en hoogere rangen". „i hot
We vernamen kortgeleden nog een ander middel tot afvloeiing, nl.. het
afschaffen van den Majoorsrang. Inderdaad zou dan vooropgesteld een
uiterst strenge selectie voor den Kolonelsrang, waaromtrent eene beslis
sing te nemen vóór dat de betrokkene 2 jaar Overste is het aantal Luit.-
Kolonels 'w. o. dan ook de tegenwoordige Majoors), dat vrij spoedig zou
afvloeien, niet gering zijn. Thans blijft elk Majoor, om t. g. t. het
Overstepensioen te verdienen.
11. OVERZICHT NED- TIJDSCHRIFTEN, door H.
Mil. Spectator Dec. „Toegepaste studie over het gebruik van de art.
in den aanval" wordt ter lezing aanbevolen. Schr. veroordeelt het barra-
gevuur en verkiest een stelsel, waarbij het geschutvuur sprongsgewijze
van dekking tot dekking, of van terreinafscheiding tot terreinafscheiding,
voorwaarts gaat, niet in vastgestelden tijdmaat. -Het yoorschnjden van
het art-vuur en ook van de intensiteit van dat vuur moeten geregeld kun-
nen worden door de inf.; dan alleen acht de comdt der 4de Div (m.a w
ook Schr.) voortdurenden steun gewaarborgd.' Dat dit stelsel boven het
barragevuur is te verkiezen behoeft geen betoog, maar dat de regeling
geheel door de inf. moet geschieden, waarbij gebruik van telefoon nood-
zakeliik is, is volgens ons een zwak punt.
De toepassing van seinen met gekleurd licht heeft het groote nadeel dat
de kleur, zooals meerdere malen is kunnen worden geconstateerd, verandert
als de tegenpartij gasprojectielen bezigt. Accoord wordt gegaan met de
beoaling dat de art. zich alleen moet houden aan de aanwijzingen door
den Bat! comdtn of hooger gegeven. T. a. v. de art. bestrijding, waarbij
waarneming uit de lucht wordt toegepast, zegt Schr.: -de vuren op batn
die als vast" (d. w. z. de plaats ervan is met groote juistheid vastgesteld
geworden) gemeld zijn (of reeds nauwkeurig op de kaart bekend waren)
worden uitgevoerd zonder waarneming, b. v. door strooien met 150 of 75
M. Wordt een concentratie bevolen op een „geschat' doel, dan is op het
tijdstip van vuuropening een waarnemer in de lucht, die de ligging dezer