concentratie vaststelt. „Wat voor resultaat zal men dan bereiken indien de
vaste battn zich een weinig hebben verplaatst? Verder geeft Schr. aan:
„Wanneer door den atmospherischen toestand geen doelverkenning mogelijk
zou zijn, wordt geen art.-bestrijding uitgevoerd, tenzij aangenomen wordt,
dat over middelen voor „geluidpeiling" beschikt wordt". Jammer, dat Schr.
niet aangeeft om welke reden dan geen art bestrijding plaats vindt; wij
schrijven het toe aan de te verwachten geringe uitwerking en de groote
mun. verspilling.
Behalve door telef. berichten zal het meermalen voorkomen, dat de inf.
de berichten door loopers moet overbrengen; we vragen ons af of dit
wel altijd zal gelukken en hoe lang dit wel zal duren. Opgemerkt zij, dat
het in Ned. mogelijk is de telef. tijdens bewegingen te gebruiken, door den
draad van de grondpin te verbinden aan de bajonet van een der man
schappen waarbij diens lichaam dan de grondleiding geeft.
In „Inf. geschut" komt Schr. terug op het gelijknamige artikel in de Oct.-
afl. Hij veroordeelt het draagbaredeelbare geschut, omdat men er niet zeker
van is, dat al de dragers ook werkelijk steeds en tijdig op de gewilde
plaats aankomen. Geeft men res. dragers mede, dan wordt de sterkte van
de kanongroep te groot. Hij komt tot de conclusie „Een getrokken vervoer
en dus het kanon op raden, verdient m i. de voorkeur, al zijn daar zeker
ook nadeelen aan verbonden. Deze nadeelen zijn echter niet zoo groot.
Het inf. kanon treedt toch niet zoover naar voren op als de L. M. groepen".
Mocht dit wellicht in andere landen het geval zijn, wij zijn ervan over
tuigd, dat in Indië als regel het Inf. geschut juist op zeer korte afstanden
zal moeten optreden.
„Schietoefeningen met luchtwaarneming te Oldebroek" vermeldt de toe
passing van grond-antennes waardoor het voordeel werd verkregen, dat het
station 5 min. na aankomst voor ontvangst gereed was. De werkingsspheer
is echter slechts 4 K. M. De plaats van het Iuchtwaarnemingsstation is
normaal midden achter de batt. en moet zóó dicht bij deze zijn gelegen,
dat de verbinding met de stem kan worden onderhouden. Teneinde te
verkrijgen, dat onmiddellijk op het sein van den waarnemer met vuren
wordt begonnen en aangezien het meermalen voorkwam dat het sein niet
naar behooren werd overgebracht, wil Schr. hiervoor in de plaats een
lichtsein, door den waarnemer af te geven, stellen. Als nadeel van de
plaats van het station zoo vlak bij de batt. geeft Schr. aan, dat de ver
kenning door vijand, vliegeniers door de duidelijk zichtbare lappen wordt
vergemakkelijkt.
Omtrent de waarnemingen wordt aangegeven, dat mondingsvuur zeer
gemakkelijk wordt gezienniet vurende battn zijn van uit de lucht op
afstanden van 1 a 2 KM. horizontaal onzichtbaar. Slechts wanneer de
vlieger zich waagt dicht boven deze doelen, zal het den waarnemer kunnen
gelukken de plaats vast te stellen en vast te leggen t. o. v. markante punten.
Battn met dekzeilen vielen onmiddellijk op door den regelmatigen vorm,
terwijl geel en rood beschilderde stukken, door zon belicht, eerder in het
oog vielen dan de onbeschilderde. Het zal zaak zijn, deze gegevens door
onze waarnemers in onze terreinen en met onze belichting te controleeren.
Uit „Oorlogservaringen... enz." zij aangehaald: „Spaarzaamheid met de
munitie blijft een eerste plicht voor iederen art. aanvoerder en daaruit
laat zich onmiddellijk een tweede taak afleiden, n. 1. slechts die doelen te
beschieten, die vastgesteld zijn of kunnen worden, elk strooien op onzicht
bare doelen na te laten, omdat, naar verhouding tot de verbruikte munitie,
den tegenstander daardoor geen noemenswaardige verliezen worden toe
gebracht en meestal nauwelijks van storende werking kan worden gespro
ken." Schr. wenscht, dat de art.-waarneming geheel onder de art. komt te
staan; art-waarnemers behooren den dienst bij de batt. grondig te kennen
en daarom is het verkeerd jonge art. officieren als waarnemer op te leiden.
Nagegaan wordt welk nut van de ballons kan worden getrokken, terwijl
ten slotte wordt aangegeven, dat in de toekomst meer en meer gebruik
zal moeten worden gemaakt van opmetingen om de plaats der eigen battn
288