De voorposten moeten slechts een waarschuwende taak vervullen en de sterkte kan dus worden verminderd; in verband met de groote dracht van de art. en de kans op bombardementen door vliegtuigen moeten de troepen niet meer geconcentreerd worden gelegerd in dorpen enz. maar meer verspreid in het terrein. In onze terreinen is dit o. i. niet zoo noodig, ofschoon opeenhooping van troepen steeds moet worden vermeden. Verder vestigt Schr. de aandacht op den langen duurder hedendaagsche gevechten, ook in den bew.-oorlogdit maakt het noodig dat men enkele eenheden, welke het zwaar te verantwoorden hebben gehad, aflost. ..Etude critique du règl. prov. de man. d'inf. '20" door een Eng. officier, bevat behartenswaardige wenken. In de eerste plaats vindt Schr., dat in het Fr. regl. te veel wordt aangegeven, dat de inf. weinig kan uitrichten zonder hulp van de art. Hoe juist dit ook moge wezen, „il est bon d'incul- quer l'inf. cette idéé, que, si important que soit l'appui des autres armes, c'est sur sa propre force qu'elle doit s'habituer compter et non pas seulement sur l'aide d'autrui". Aan den anderen kant wenscht hij in de hersens van elk bevelhebber gegrift zien dat „une progression faible- ment appuiyée par l'art, et, a fortiori sans art., ne peut être tentée que contre un ennemi en état d'inferiorité trés nette, morale ou numérique. Cette idéé a couté d'innombrables milliers de vies humaines avant qu'elle soit vraiment admise et tenue a coeur De samenkoppeling van gew.-mitrs en geweerschutters in één groep vindt Schr. minder wenschelijk. „En liant si étroitement les équipes de tireurs a l'arme automatique, jusqu'a les confondre dans le même groupe, on court le risque de voir diminuer leur capacité de manoeuvre, de voir les occasions se perdre d'agir par infiltration et de tourner les postes et les points d'appui de l'ennemi". Bovendien verwacht hij, dat in de toekomst elk infanterist is gewapend meteenautom. geweer. Bij den aanval is vaak een geweer beter op zijn plaats dan een gew. mitr. Hij bestrijdt de meening, dat de „groupe de combat" is ontstaan door de invoering van den gew.-mitr. en beweert, dat zij er steeds is geweest in elk gevecht, omdat de mensch in tijden van gevaar de neiging heeft zich aaneen te sluiten. De gew.-mitr. is slechts een vermeerdering van de vuurkracht. Schr. propageert een groep van 1 comdt en 8 man. Verder wordt aangetroffen: „Stratégie et opérations alliées dans le Nord". en „Le le Corps d'Armée a la bataille de la Marne", uit welk laatste artikel blijkt hoe noodig het is voor elk bevelhebber om niet alleen verbindingsoffn naar de neven afdeelingen uit te zenden, doch bij uitblijven van mededeelingen zorg te dragen tóch de noodige gegevens te verkrijgen. Bovendien: „il faut contröler tout ce que disent les officiers de liaison, d'oü perte de temps et manque de précision". We treffen erin een voor beeld aan van goed toegepast initiatief, het zorgen voor een voldoende vleugelbeveiliging, het goed gebruik van de cav., terwijl voorts een ergelijk staaltje van zorgeloosheid wordt vermeld: op zekeren dag bemerkt men dat de reserve der voorposten zich voor de voorp. detachementen had gelegerd, „pour avoir un meilleur gite". 293 De voorkeur wordt gegeven aan het vaststellen van schema's„Au combat il est preferable de prendre une formation ou un dispositif qui ne s'adaptent pas rigoureusement a la situation du moment, que de tomber dans l'irrésolution, dans l'hésitation, de perdre la direction et d'aboutir a la confusion finale." Verder vestigt hij de aandacht op het volgende„Au combat l'homme a tendance a ne retenir que ce qui est instinctifc'est ainsi qu'en des moments terribles, des moments de crise, on a vu des troupes ressusciter leurs vieilles habitudes du terrain de manoeuvres et marcher a l'ennemi en lignes serrées, strictement alignées". Een waarschuwing voor ons om er op te letten dat de menschen zich ook tijdens manoeuvres naar behooren dekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 75