oorlog kan de doel-luchtfotografie tot haar volle recht komen. In
de toekomst zal de techniek echter ook hierin wijziging brengen.
Immers, waar de films van de registreertoestellen der geluidpeil-
troepen na 10 sec. geheel gereed uit het toestel komen (hierin
worden zij geheel automatisch ontwikkeld en gefixeerd), zou dit
procédé vermoedelijk ook bij de luchtfotografie toegepast kunnen
worden. En wie weet, misschien ook wel in de verre toekomst met
draadlooze foto-overbrenging
Aangezien vliegtuigen tot vlak bij het te fotografeeren punt
kunnen komen, kunnen deze vliegerfoto's verticaal omlaag geno
men worden. Wel is waar wordt het overzicht der foto hierdoor
verkleind, doch deze wijze van fotografeeren doet de bijzonder
heden van het bepaalde punt scherp te voorschijn komen. De
vliegerfoto's dienen dus, om nauwkeuriger gegevens te verschaffen
omtrent een bepaald doel. Weet men de schaal, dan kan men op
een luchtfoto, welke verticaal omlaag is genomen, de afstanden in
alle richtingen vinden (de schaal 1 °P"ame ^((0gte y Door
brandpunt-afstand
eenvoudige methodes kan men nu de op de foto gevonden afstan
den overdragen op een kaart.
Moeilijker is het, indien de opnamen niet verticaal omlaag
genomen zijn, doch onder een zekeren hoek met de verticaal. Door
de omstandigheden gedwongen, zal de waarnemer als regel niet
andere dan schuine opnamen kunnen doen. Voor het opmeten van
afstanden uit derg. foto's moet dus een berekening worden
gemaakt, om de afstanden te herleiden tot die, alsof de foto ver
ticaal omlaag genomen zou zijn. De nieuwe toestellen fotografeeren
zelf mede op de plaat de hellingshoek, die zij op het moment der
belichting hebben. Voor het rechtzetten van deze schuin genomen
foto's gebruikt men dan speciale toestellen 2). Zijn deze apparaten
niet beschikbaar, dan kunnen herleidingswetten gebruikt worden.
In het begin van den oorlog werden Goerz- of Zeisstoestellen
gebruikt van ong. 25 c. M. brandpuntsafst. met een plaatgrootte
van 9 X 12 c. M. Met het toenemen der vluchthoogten werden
de focussen al spoedig gebracht tot 50, 70 en 120 c. M., de plaat
grootte op 24 X 30 c. M., en meer. Deze laatste camera's dienden
dan voor speciale opdrachten. Thans zijn de meest gebruikte, niet-
autom. camera's voorzien van een focus van 25 a 50 c. M. en een
plaatformaat van 13 X 13 c. M.
De foto's werden verduidelijkt door een geelfilter, o. a. bij mistig
weer; als sluiter gebruikte men een momentsluiter. De beeldsafstand
is constant, aangezien het voorwerp, fotografisch gesproken, on
eindig ver is; instellen is dus niet noodig. Werden de toestellen
Zij het dan ook buiten militair gebied, wordt tegenwoordig draadlooze
foto-overbrenging vaak toegepast, o.a. op politioneel gebied.
2) Berustend op de beginselen van Hauptmann Scheinpflug (Zie Cailler,
La Photographie aérienne)
310