niet in staat, een willekeurig doel nauwkeurig op de kaart vast te leggen. 2e. De, vrijwel absolute weerloosheid bij vijandelijke vlieger aanvallen. Het gebrek van te weinig perspectief heeft men getracht op tweëerlei wijzen te ondervangen: a. Door samenwerking van eenige ballons of van ballons met aardwaarn. stations (Ballonmesz- verfahren). b. Door toepassing van fotografie. a d a. Samenwerking. De reden, waarom de ballonwaar nemer alléén niet in staat is, een willekeurig doel op de kaart vast te leggen, is n. 1., dat hij, bij een bepaalde stijghoogte, de terrein- punten slechts perspectivisch ziet tot een bepaalden afstand. Noemen we dezen afstand den kritischen afstand. Terreinpunten, die verderweg liggen, ziet hij in één vlak liggen; de onderlinge afstanden, de diepte van het terrein, vallen dan voor zijn oog weg. Past men nu echter het principe der Art. meettroepen toe, dan is men wél in staat, zoo'n ver verwijderd doel zuiver op de kaart vast te leggen. Voor de nauwkeurigheid moet dan het aantal samenwerkende ballons en (of) aard-meetstations minstens 3 bedragen; dus kan men combineeren: 1 ballon met 2 aardmeet- stations; 2 ballons met 1 aardmeetstation; 3 ballons. Deze laatste combinatie wordt alleen dan gebruikt, als het doel van geen enkel aardmeetstation is te zien. De samenwerkende ballons en aard waarn. posten zijn onderling verbonden en ieder bovendien aan een centralen meetpost, die de gegevens uitwerkt. De plaats der aardwaarn. posten is nauwkeurig bekend; de ballon echter beweegt zich min of meer, in het bijzonder dan de ballonkorf, waarin zich de meettoestellen bevinden. Op het oogen- blik echter, dat de ballonwaarnemer de richting, waarin het doel gezien wordt, vastlegt, moet de plaats van de ballon in de lucht precies bekend zijn, of wel haar projectie op den grond. Deze plaatsbepaling geschiedt als volgt: (fig. 7). De ballon is door middel van de kabel verbonden aan zijn op stijgingsplaats, welke nauwkeurig bekend is. Bij deze opstijgings plaats bevindt zich een aardpost T., uitgerust met een theodoliet, welke met de O.-lijn op een vast hoofdrichtpunt Rt staat. Post en ballon vormen dus een geheel; de telefoonverb. naar de ballon gaat ook over dezen aardpost. Op het oogenblik, dat de ballon waarnemer zijn waarn. doet, wordt de afwijking TBf bepaald, door met den theodoliet den hoek B op te meten; uit de bekende waarn. hoogte h wordt dan de zijdelingsche afw. TB, gevonden, zijnde -Daarmee is de juiste plaats B bepaald. cotg. B J Zij Bi de projectie van den ballon B op het moment van waarnemen. De ballonwaarnemer meet dan hoek a op, welke in proj. ai is. Aangezien Rb (d. i, hoofdrichtpunt van den ballon), Bj en ai bekend zijn, is hiermee de richting van het doel D 316

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 22