nauwkeurig; bovendien gaf het gladde geschut een kleine dracht en groote spreidingen. Door de invoering van het getrokken geschut werd de dracht vergroot en de spreiding sterk verkleind; bij een juiste richting was de trefkans nu veel grooter geworden. Nu kwam ook het denkbeeld, om het af te geven vuur speciaal te gaan waarnemen, en wel door één officier voor de geheele batt. Deze was dan de commandant der batt. zelf. De B.-C. was dus tevens vuurleider én waarnemer; hij moest dus het doel kunnen zien. Ook de richter zag het doel, aangezien nog direct gericht werd. In '70 b. v. reden de battn op, voor vriend en vijand zichtbaar; er werden niet- gedekte stellingen ingenomen, waarin de stukken dicht naast elkaar stonden en met den B.-C. in de onmiddellijke nabijheid. (Afzonder lijke Art.-strijd). Tegen het einde der 19e eeuw, begin 20e, werd algemeen erkend, dat de Art. in beginsel slechts gedekte stellingen kon innemen; open stellingen waren uit den booze, aangezien zichtbare Art. gelijk was aan verloren Art. Door deze gedekte stellingen kon slechts de indirecte richtmethode worden toegepast; nu was er geen sprake meer van, dat de richter iets van het doel zag. Slechts de B.-C. als vuurleider, tevens waarnemer, moet het doel kunnen zien. De batt. is nu niets meer dan een blind instrument in handen van den vuurleider. De oorlog van '14 ten slotte heeft geleerd, dat zelfs de B.-C. (vuurleider) het doel niet meer behoeft te zien. Voldoende is het, wanneer enkel zijn waarnemer het doel ziet. De B.-C is dan slechts vuurleider en kan als waarnemer geheel worden uitgeschakeld. Nóódig is dit natuurlijk niet, maar het kan. Zoo b. v. indien de waarneming geschiedt met behulp van luchtwaarnemingsorganen of van peiltroepen. Ook nu is de batt. slechts een blind werktuig, dat door den B.-C. geleid wordt op aanwijzingen van zijn waar nemers). Vuurleider en waarnemer kunnen elkaar zelfs geheel vreemd zijn. Niet allen echter zullen het met het nieuwe beginsel eens zijn. Velen eischen nog, dat de vuurleider (B.-C.) zijn eigen vuur zal moeten kunnen waarnemen. Nu zal hij dit, v.n.l. dan in den bewe gingsoorlog, meermalen ook zelf kunnen doen, maar een ver- eischte is het niet. Daarvoor heeft hij immers zijn waarnemers, die hij gebruiken kan naar gelang van de omstandigheden. Vele Artn waren hiervan echter niet overtuigdtot zelfs hooggeplaatste Art officieren hielden vast aan het verouderde principe, dat eveneens de richter het doel moet kunnen zien. In de eerste maanden van den oorlog van 1914 namen zeer veel D. veldbattn open of slechts half gedekte stellingen in (in tegenstelling juist met de zware D. Art.) Door de verliezen leerde men ook hier eindelijk de waarde van gedekte stellingen inzien. Een tweede oorzaak van het innemen van ongedekte stellingen was het feit, dat de meeste D Artilleristen zeer weinig vertrouwd waren met de indirecte richtmethode (juist in tegenstelling met de Fr 322

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 28