De evolutie gaat echter steeds voort; in de toekomst zullen meermalen vuren 'j moeten worden afgegeven zonder waarne ming (althans zonder directe). Het voortgezet vuur zal slechts worden gecontroleerd en wel mechanisch (b. v. door de fotografische plaat). In den oorlog is dit ook reeds eenige malen toegepast en naar het blijkt, niet zonder succes. De correcties werden van te voren eerst geheel theoretisch, nauwkeurig bere kend; het vuur wordt direct als uitwerkingsvuur afgegeven en de uitwerking er van gecontroleerd door luchtfotografie. Naast deze vuren zullen ook in de toekomst nog altijd vuren kunnen bestaan, waarbij directe waarneming door den vuurleider, of zelfs door den richter, niet uitgesloten is, ja zelfs noodig zal zijn, zooals b. v. bij vuren op tanks. 3. CAVALERIE EN WIELRIJDERS2), door M.A.C. Goester. Nog steeds blijkt bij oefeningen in het terrein als op de kaart, dat er geen eenheid van opvatting heerscht omtrent het gebruik van wielrijders-afdn, welke aan de verkennende cav. zijn toege voegd. Zelfs bestaan daaromtrent principieële verschillen, welke verwarring stichten onder hen, die bevelen voor dergelijke detn moeten geven, daar men, aan eene bepaalde opvatting vasthou dende, de bevelen daarmede in overeenstemming maakt, welke ten slotte op eene wijze worden uitgevoerd, welke door den bevelgever niet aldus was gedacht, of gewenscht. Het lijkt daarom niet ondienstig, aan een en ander eenige beschouwingen te wijden. Voorop zij gesteld dat deze beschouwingen hoofdzakelijk betrek king hebben op de organisatie van het Indische Leger. Het geven van beschouwingen toch waarbij rekening gehouden is met forma ties in andere legers, kan alleen nut hebben uit een studie-oogpunt, dan wel wanneer de organisatie in die legers ongeveer gelijk is met de onze. Waar dit laatste niet het geval is, zoowel wat sterkte als wat uitrusting betreft, moeten vergelijkingen daarmede nood wendig mank gaan, waarbij ten slotte de beruchte terrein-om standigheden in dit geval een zeer voorname rol spelen. De verbinding: cav. en wrs komt in ons leger alleen voor bij de Legercav. en waar dit in hoofdzaak een verkenningsorgaan is, zullen de beschouwingen alleen betrekking hebben op den verken- ningsdienst. Hoewel natuurlijk overbekend, zij dan eerstens vermeld dat dit orgaan bestaat uit 2 esk.-cav. ieder van 3 pelotons van 32 ruiters en één comp. Srs-Wrs van 3 secties, ieder van 50 man -j- 1 sectie gew.-mitrs. Aan cav. dus een strijdend gedeelte van 192 ruiters L)at zijn b. v. vuren, welke worden afgegeven volgens het beginsel: de verrassing vertienvoudigt het te verkrijgen resultaat. 2). Ter publ. ontv. 27-2—'23. Red. '.M.T. 3^3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 29