veiligheid is verhoogd; dat het uit is met al hun onderlinge oor
logjes, enz. Maar dan moeten de patrs ook met tact en oordeel
kundig optreden, hetgeen in de eerste plaats bereikt wordt dooi
de handhaving van een strenge marschdiscipline. Menig patr.-comdt
heeft reeds vaak door hieraan niet te denken, den pacificatie-arbeid
van den bestuursambtenaar tegengewerkt, daar „soldaten" en
„bestuur" natuurlijk voor de meeste primitieve volken één is.
Bovendien is het handhaven van de marschdiscipline tegen
over de bevolking van militair belang. Want wat moet een patr-.
doen, als ze uitgezonden wordt voor „machtsvertoon"? Vrijwel
niets anders als zich overal aan de bevolking op haar krachtigst
te laten zien en dat kan nooit anders dan door in de eerste plaats
discipline in alle mogelijke opzichten ten toon te spreiden. Als
de bevolking een patr. een kampong ziet binnenkomen, niet drup
pelsgewijze, vermoeid en lamlendig, maar opgesloten, opgewekt
en stevig marcheerende, onmiddellijk bij aankomst een schildwacht
uitzettende, dan heeft ze intuïtief ontzag voor zoo'n afdeelinkje
en zal ze zich heusch nog wel eens bedenken, mocht ze kwaad
in den zin hebben.
Altijd een schildwacht uitzetten, waar en wanneer men ook bivak
betrekt! Ook hiertegen wordt heel veel gezondigd, menig brigade-
comdt heb ik pas tegen donker zijn schildwacht zien uitzetten.
Des morgens vroeg bij den afmarsch pas op het laatste moment
late men den schildwacht inrukken. Daarvoor is het natuurlijk
noodig, dat hij bijtijds even wordt afgelost om zijn veldzak te
pakken. (Vele patrouille-commandanten heb ik dat uurtje tusschen
opstaan en afmarcheeren met de noodige non-chalance zien be
handelen, in den regel uit onwetendheid, niet beseffende dat dit
tijdstip één van de meest gunstigste is voor een kwaad-in-den-zin
hebbende bevolking om haar slag te slaan). De bevolking moet
niet beter weten, dan dat de kompenie gewend is altijd een man
op post te hebben, des te minder zal dat opvallen en vestigt zulks
meteen den indruk, dat de kompenie a 11 ij d uitkijkt en wakker
is. Dan pas kan men spreken van machtsvertoon.
De grondidée van pacificatie-patrs is dus, dat de patr.-comdt
ervan doordrongen blijve, dat hij door het handhaven van een
goede marsch- en bivakdiscipline een beeld van eigen kracht,
al is de afdeeling nog zoo klein aan de bevolking laat zien,
waarmee hij dan tevens bereikt, dat diezelfde bevolking ook geen
overlast ondervindt van de patrs, vooral als daarmede in eventueel
voorkomende gevallen gepaard gaat een bezadigd, kalm en vooral
rechtvaardig optreden. Vooral denke men eraan om altijd de zaken
van twee kanten te bekijken en zich ook op het standpunt der
tegenpartij te stellen, alvorens over te gaan tot het nemen van
ingrijpende maatregelen. Het is zoo gemakkelijk voor een patr.
om direct met de sabel te rammelen en daarmee de menschen
343