347
8. ORGAAN N. I. O. V. APRIL, door D. B.
F. T. deelt het een en ander mede over Plaatsaanduiding op kaarten
door middel van coördinaten. Deze methode kan inderdaad groot gemak
opleveren, niet het minst bij onze Indische kaart met zijn vele dikwijls
niet te benoemen plukjes kampong. Het systeem is feitelijk een uitbreiding
van het gebruik van de op onze nieuwere kaarten reeds aangebrachte
ruiten, welke echter volgens Schr. andere afmetingen moeten verkrijgen.
Verteld wordt in het artikel, hoe in verschillende landen het coördina
tenstelsel werd en wordt toegepast. Eenige figuren verduidelijken het
betoog.
H. L. R. geeft weer eens wat op medisch gebied, t. w. „Het Fransche
ziekenvervoer over zee gedurende den oorlog'' en deelt n. a. daarvan
mede wat ter zake de regeling was bij de Samalangaexpeditie.
De heer F. C. A. Schulte vervolgt zijn lezenswaardig opstel„De Offi
cier en de Revolutie". Behandeld wordt thans„Het leger en de Sociale
Revolutie". De aandacht zij gevestigd op hetgeen wordt medegedeeld
over de revolutie in Rusland in 1917.
Uit hetgeen vermeid wordt omtrent de Duitsche revolutie zij het volgende
aangehaald „Alleen het feit, dat het D. leger jarenlang den strijd tegen
een overmacht heeft volgehouden, en dat, terwijl niet alleen van revolu
tionaire zijde, doch ook door den vijand een stelselmatige propaganda
werd gevoerd, wijst op een zeer goeden geest en een militair hoogstaand
officierskorps. Toch vallen wel gebreken aan te wijzen: de opleiding van
den officier was te eenzijdig en daardoor ontbrak het aan politiek inzicht.
Ook was de afstand tusschen officieren en ondergeschikten vaak zèèr
groot, en werd te groote waarde aan uiterlijkheden gehecht.
Een en ander had weer als gevolg, dat de eenvoud in het officierskorps
verloren ging „Körperliche Fahigkeiten, guter Anzug, tadellose Frisur,
beste Pferde, tadellose Wasche, waren vielfach selbstverstandige Dingen,
die zu den Anlagen und geringen Mitteln der meisien Offiziere keineswegs
in richtigen Verhaltnisse standen. So entschwand allmahlich die Einfach-
keit aus dem Offizierkorps, und dies um so schneller, als von oben aus
das gute Beispiel ausblieb", zoo lezen wij in de Militar-Politische Zeit-
und Streitfragen. De algemeene ontwikkeling was gering; die der reserve
officieren in het algemeen hooger dan van de beroeps-officieren, kortom,
het officierskorps was in dit opzicht niet met zijn tijd medegegaan. Het
denkbeeld dat de ontwikkeling der beroeps-officieren in geen geval geringer
mag zijn dan die van de z. g. intellectueele kringen in de burgermaatschappij
was niet doorgedrongen in Duitschland."
En verder: „Auch in der Marine hat die Etappe der Front das Rück-
grat gebrochen". Toch was de meerderheid der matrozen niet revolutionair;
doch de moedeloosheid het gevolg van een verloren oorlog had zich
van allen meester gemaakt.
Behandeld worden verder de gebeurtenissen in Nederland in Nov- '18;
aan de onlusten in Harskamp wordt geen revolutionair karakter toege
schreven 1).
1) Gelukkig was er geen sprake van revolutionair verzet. Het „Verslag
van de commissie tot onderzoek van de ontevredenheid in het Leger''
vermeldt dan ook, dat die ontevredenheid zeker niet, zooals men aanvan
kelijk geneigd was te gelooven, een uiting was van bolshevistische denk
beelden. Trouwens, weinige dagen later gaven de zelfde troepen, die in
Harskamp in oproer waren geweest, een bewijs van trouw tijdens de
revolutie-poging der sociaaldemocraten, dat wij hier aanhalen: