ontstaat; 2. de meer gesloten groepen worden dikwijls voor mitr.-
groepen aangezien en trekken dan het vuur van mitrs en art. tot zich.
De lineaire vorm wordt gebezigd bij den aanval op grooten
afstand en overzichtelijk terrein (bewegingsoorlog). De schaak-
bordvorm vindt toepassing bij aanval over kleine afstanden
(beneden de 300 M.) en als men zeker is, dat de groepen niet al
te zichtbaar zijn; dit zal vooral het geval zijn bij gebruikmaking
van de granaattrechters. Op die kleine afstanden is de verdediger
frontaal meer door het vuur van den aanvaller gebonden dan op
de grootere afstanden en hierdoor zal hij niet in staat zijn concen
trisch vuur af te geven op de dichtere eenheden van den schaak-
bordvorm.
De achterste sectie van de comp. kan volgen in tir.-linie of met
groepen uit de flank; dit laatste wordt aanbevolen, vooral bij het
van dekking tot dekking voorwaarts gaan; in deze formatie is de
groeps-coindt aan het hoofd en zijn plaatsvervanger aan den staart
van de groep.
Onder art.-vuur moet een groep uit de flank z. v. mog. opge
sloten blijven; zelfs uit de flank gezien valt dan zoo'n afd. niet op;
wél echter, indien de manschappen met eenigen afstand loopen.
Omdat een groep in die formatie een zeer klein doel vormt, kan
men dezen vorm onder art.-vuur ook aannemen voor groepen in de
voorste linie, mits men verkenners vooruit heeft.
De achterste sectie van een comp. van de voorste linie kan onder
inf.-vuur in flankformatie vooruitgaan, zoolang zij zelf nog nietvuurt.
Is men de stelling tot op 3 a 400 M. genaderd (stormafstand),
dan gaat men man voor man vooruit z. mog. van dekking tot dek
king; is er geen dekking aanwezig, dan sluiten de manschappen
na den sprong tot op 6 pas op, waardoor het mitr.-vuur minder
uitwerking heeft.
De comp. heeft dus bij den aanval den volgenden vorm:
le
Sectie
4 a 500 M
V set.
1 1. mitr. gr. T T
A
200 M
V
inf. gr.
T T
set.
Overkenners
2e Sectie
30Ó M
V
set.
1 1. mitr. gr. T T
I I 1 sectie zw. mitr.
3e
Sectie
1Ö0M
V
1 mijnwerper
inf. gr.
303
O O
A
A
O
A