3. BESCHOUWINGEN VAN W. PFEIFER OVER DE OPLEIDING
VAN DE INF., door H. C. Gerritsen.
(Slot).
Zware mitrailleurs. De taak van de zware mitrs bij den aanval
bestaat uit: le. het dekken van de troepen, die voor den aanval
worden opgesteld; 2e. het steunen van den aanval; 3e. het for-
meeren van eene dieptezone bij den overgang van den aanval tot
de verdediging.
ad 1°. Voor elk Baton van de voorste linie wordt in het alge
meen gerekend op 2 sectiën zw. mitrs, die door haar vuur van uit
hooge opstellingen het vooruitgaan van dat Baton tot aan het punt,
van waaruit de aanval zal worden ondernomen, moeten verge
makkelijken. In verband met hare vuuruitwerking moeten die mitrs
vóór dat Baton worden opgesteld, en wel zóódanig, dat elke sectie
een der compn van de voorste linie bij het doorzetten van den
aanval kan steunen. Is een dergelijke verhoogde opstelling niet te
vinden, dan moeten zij in elk geval het ontwikkelen van dat Baton
mogelijk maken; of zij dan later mede vooruit moeten gaan, of
wel op hare plaatsen blijven en door de openingen heen moeten
vuren, behoort van tevoren gelast te worden. In ieder geval is het
eene vereischte, dat de mitrs gedekt in stelling komen; worden
zij daarbij door den verdediger ontdekt, dan loopt men de kans,
dat de vijandelijke art. het te ontwikkelen Baton onder vuur neemt.
Geschiedt de aanval op stormafstand, dan zoeken de zw. mitrs
verhoogde opstellingen achter den troep; zijn die punten niet te
vinden, dan verdient het aanbeveling deze hulpwapens i n of
vóór het uitgangspunt tot den aanval in stelling te brengen, in
welk geval zij den vijand moeten verhinderen gericht vuur op het
voorste Baton af te geven en zoodoende het stormen mogelijk te
maken. De daardoor ontstane grootere dichtheid van de voorste
linie levert geen overwegend bezwaar op, want bij het vooruitgaan
daarvan, blijven de zw. mitrs in hare stellingen en wordt die linie
dus van zelf ijler.
ad 2°. Het steunen van den aanval geschiedt op de meest doel
matige wijze door vuur over de eigen troepen, doch er kunnen
zich gevallen voordoen, dat voor dit vuur geen opstellingen kunnen
gevonden worden en de inf. toch den steun behoeft van dit hulp
wapen om te kunnen vooruitgaan.
Op afstanden toch boven de 400 M. hebben de l.-mitrs geen
uitwerking en kunnen deze door haar vuur het voorwaarts gaan
van de inf. niet mogelijk maken; zulks kan dan slechts geschieden
door toevoeging van zware mitrs aan de voorste aanvalslinie. Deze
moeten dan met de inf. medegaan en aangezien hare bewegelijkheid
niet zoo groot is, moet de inf. hare snelheid regelen naar haar
hulpwapen.