insluiting), doch door er eene kleine bezetting met mitr. te plaatsen
achter afsluitingen, terwijl de hoofdmacht bewegelijk en offensief
er buiten optreedt.
15. Voor het bewaken van groote stationsemplacementen zijn
veel troepen noodig. De inrichting moet nauwkeurig verkend wor
den, inlichtingen worden bij den chef ingewonnen omtrent sein-
inrichtingen, hoofd- en ander spoor, waterkranen, Iocomotieflood-
sen, brandstofopslag, wissels, regeling der verlichting, intacte telef.-
en telegraaf verbindingen; controle op binnenkomende treinen,
dekking van treinen, gewapende locomotieven onder stoom. Ter
voorkoming van versnippering van krachten moet scherp onder
scheiden worden wat de hoofdzaak is en wat bijzaak.
16. Huiszoekingen kunnen, na omsingeling in de morgensche
mering, het best bij daglicht worden aangevangen. Geschieden zij
in het groot, dan wordt het geheele complex eerst afgesloten. (Zie
ook V.V.I.I.). A
17. Plakaten in een voor de bevolking verstaanbare taal worden
aangeplakt en kunnen in speciale omstandigheden ook door vlie
geniers geworpen worden.
18. Na zonsondergang vertoont zich geen inwoner op straat.
Huizen enz. moeten open en verlicht zijn.
19. In troepenlogies wordt speciaal tegen brandgevaar gewaakt.
20. Losse patronen worden niet gebruikt. Schieten in de lucht
zal vaak het verzet aanwakkeren.
5. DE GEWEER-MITRAILLEUR BROWNING door
P. v. d. Horst.
De gew.-mitr. Browning niet te verwarren met de oude
Coltmitrailleur wordt voor Am. in de Coltfabrieken, voor Europa
aan de Fabrique Nationale bij Luik vervaardigd.
Het wapen munt uit in degelijkheid en eenvoud en is, ook
geladen, gemakkelijk verplaatsbaar, wegende slechts 7,2 K. G.
terwijl de houder of het magazijn slechts 1 d.M. onder het wapen
uitsteekt en het voorkomen van het geheel niet veel verschilt van
dat van een gewoon geweer. De houder voor 20 patronen wordt
van onderen in het geweer gebracht en vastgehouden door een
houderhaak. Een speciale patroonaanvoerinrichting bestaat niet,
bij de voorwaartsche beweging van den afsluiter brengt deze een
patroon in de kamer, op overeenkomstige wijze dus, als bij een
gewoon repeteergeweer.
Met het geweer tegen den schouder kan men in de gebruikelijke
standen (st., kn. en liggend) vuren. De meest gebruikelijke wijze
van vuren (snelvuur) is echter met het geweer tegen de heup,
Ter publ. ontv. 15 2 '23. Red. 1. M. T.
2) Men levert ook desgewenscht houders voor 40 patronen.
387