komt en de „knie" weer kan rijzen. Het „kniegewricht" is nu weer
geheel gevouwen en de loop gegrendeld. Op dit oogenblik
slaat de slaghamer G de slagpin naar voren, het slaghoedje wordt
getroffen en het schot gaat af. Het naar voren slaan van de slagpin
zal met des te meer kracht kunnen geschieden, omdat eenige deelen
(patroon, afsluiter en grendel) reeds op hun plaats zijn en dus de
energie van de sluitveer alleen gebruikt wordt om C en G voort
te bewegen.
Zooals is beschreven, beoogt het aftrekken dus: laden (beter
het inbrengen van een patroon in de kamer) en afvuren. „Gereed
om te vuren" is het slot dus in zijn achtersten stand, de slagveer
gespannen en net wapen geopend. Nooit bevindt zich dus in rust
toestand een patroon in de kamer, waardoor gevaarlijke vergis
singen uitgesloten zijn. Een pal stelt de aftrekinrichting op „snel
vuur", „schot voor schot", of op „veilig", terwijl in den laatsten
stand bij de nieuwste modellen tevens een deksel voor de geopende
slotkast wordt geschoven om binnendringen van vuil te beletten.
De sluitveer is een dunne, zeer lange stalen veer met veel win
dingen en is er op berekend, lang in gespannen toestand te blijven,
zonder van zijn veerkracht in te boeten. Bovendien wordt bij ev.
te hooge gasdruk geremd, door een stelsel van een spiraalveer en
enkele veerende conische ringen, dat als buffer werkt.
Zeer practisch, zijn sluitveer en buffer geheel in de kolf opgeno
men en stofvrij afgesloten en worden deze onderdeden door den
man nooit uiteengenomen, hoewel dit op zich zelf zeer eenvoudig is.
De rest van het wapen wordt snel en eenvoudig uit elkaar
genomen en vooral bij het nieuwste model, kunnen de onderdeden
uitgenomen en ev. verwisseld worden, zonder démontage van
andere deelen.
Zet zich veel vuil af in het kanaal K waardoor de terugstoot
onvoldoende zou kunnen worden en wil men niet den tijd nemen
om te reinigen, dan kan men, door den kop van den cylinder 1|3
slag om te draaien, een wijder kanaal tegenover de opening in
den loop stellen, zoodat meer gas wordt toegevoerd en een hoo-
geren druk ontstaat. Op deze wijze kan men de snelheid van het
vuren regelen, zijnde 3 van zulke kanalen aanwezig.
De loop heeft luchtkoeling; bij de nieuwste modellen is zij over
de geheele lengte van ringen (radiator) voorzien en kunnen onge
veer 1000 schoten snelvuur worden afgegeven zonder tot water
koeling te behoeven over te gaan.
Patroontrekker en uitwerper zijn te eenvoudig, om hier te
bespreken.
De gew.-mitr. Browning werd met groote tevredenheid en succes
in den oorlog gebruikt en heeft zware proeven glansvol doorstaan.
Hij kan vervaardigd worden voor alle kalibers en ingericht worden
voor alle hulssystemen.
389