Eene regelmatige, voldoende ver uitgestrekte, zeeverkenning is
echter met landvliegtuigen niet uitvoerbaar. Daar boven zee elke
noodlanding van een landvliegtuig het verlies van vliegtuig en in
zittenden beteekent, zou men niet alleen bij een ononderbroken
verkenning, zooals in den zeeoorlog wellicht maanden lang noodig
zal zijn, reeds een belangrijk deel van zijn materieel en personeel
verloren hebben voor dat de vijand op komt dagen, doch ook zou
het moreel van de vliegers tegen een dergelijke krachtproef op den
duur niet bestand zijn.
Waar dit reeds in oorlogstijd m. i. uitgesloten is, hoeveel te meer
dan in vredestijd, waarin toch voortdurend oorlogsoefeningen
boven zee gehouden zullen moeten worden.
Uit het gebruik, dat de Landmacht tot nu toe van hare land-
vliegtuigen maakt en uit het aanschaffen van amphybie toestellen
meen ik te mogen afleiden, dat mijn meening door de Landmacht
autoriteiten gedeeld wordt.
Na deze partieele opmerkingen dient de principieele vraag
besproken te worden of de oorlogstaak der Marine aan een lucht
macht kan worden overgedragen.
Deze taak omvat onder meer het volgende:
Het tegengaan van een directen aanval op Java in een oorlogs-
geval, waarin wij niet op de hulp van anderen kunnen rekenen.
Het deelnemen aan een oorlog tusschen anderen, waarin ook wij
gewikkeld zijn zonder dat een rechtstreeksche aanval op ons gebied
te verwachten is. Hierbij treedt op den voorgrond het afsluiten van
de zeewegen door den Archipel voor vijandelijke scheepvaart.
Handhaving van de neutraliteit in het algemeen.
De Vlootwet ontwierp een zeemacht, welke als minimum voldoen
de geacht wordt voor het eerstgenoemde onderdeel van de Marine-
taak en overwoog, dat deze macht ook voldoende is om de overige
onderdeelen van de taak te vervullen. Een luchtmacht, welke de
Marinetaak zou overnemen, zou aan de zelfde eischen moeten
voldoen.
Beginnen wij met het eenvoudigste, doch meest waarschijnlijke
en daardoor niet onbelangrijke punt: „handhaving van de neutra
liteit". Hierbij treedt op den voorgrond het afzoeken van afgelegen
baaien en reeden, het aanhouden en onderzoeken, c. q. opbrengen
en escorteeren van schepen.
De luchtmacht kan dit niet.
Verder is daarbij onze taak: het beschermen van binnen onze
territoriale wateren binnengeloopen schepen. De luchtmacht kan
dit niet zeker niet gedurende den nacht.
Het bij de omschrijving van de Marinetaak genoemde „afsluiten
van zeewegen" brengt mede een dag- en nachtbewaking en voor
zoover koopvaarders betreft „onderzoek naar vlag en lading".
De luchtmacht kan dit niet.
393