eine gewisse Manier der Verteidigung sich überlebt hat", zijn
door de ervaringen uit den grooten oorlog, welke geleid hebben
tot het verlaten der verdediging in één lijn voor die in een diepe
zone, ten volle bevestigd.
Teneinde den aanval nochtans kans van slagen te geven is
naast de vaste wil om te overwinnen een minstens aan die van
den tegenstander gelijkwaardige bewapening dan ook een minimum
vereischte. Is de aanvaller in dit geval in staat, de tactische nadee-
len aan zijne wijze van optreden verbonden, door middel van
krachtsconcentratie, neutraliseering der vijandelijke vuuruitwerking
met behulp van duisternis, of bedekt terrein en uitbuiting van den
factor der verrassing, uit te wisschen, dan mag hij hopen den
tegenstander zijn wil te kunnen opleggen. Kan aan deze factoren
niet voldoende worden voldaan, dan staat de aanval op een moreel
gelijkwaardigen verdediger in de meeste gevallen gelijk met zelf
vernietiging. In dit opzicht heeft de Wereldoorlog lessen gegeven,
die nimmer mogen worden vergeten.
Om aan genoemden eisch betreffende de bewapening te voldoen,
zou de mogelijkheid der toevoeging van een sectie zw.-mitrs aan
elk onzer, met zes gew.-mitrs zeer bescheiden uitgeruste, toekom
stige compn, n. m. m. verzekerd moeten worden. Zonder in deze
studie op hei vraagstuk „centralisatie of decentralisatie der zw.-
mitrs" dieper in te gaan, wil ik mij in dit verband toch van laatst
genoemde richting voor onze omstandigheden een sterk voorstan
der verklaren Teneinde in het hierna volgende evenwel geen
„fata morgana" op te roepen, is de comp. weder aangenomen te
bestaan uit een Staf en drie sectiën, deze ieder uit een staf, twee
gew.-mitr- en twee gew.-groepen. De samenstelling der comp. en
sectiestaven werd reeds in mijn voorgaand art. besproken, moge
thans met enkele woorden die der groepen worden aangegeven.
De g e w.-m i t r.-g r o e p zou m. i. kunnen bestaan uit: 1 gr.-
comdt, 1 res. gr.-comdt, 1 schutter, 1 helper, 1 res.-schutter, 1
res.-helper, 2 munitiedragers, 4 verkenners, totaal 12 man. Als
bewapening voor de gew.-mitr. bedieningen en de munitiedragers
een pistool, voor het kader en de verkenners een geweer. De g e w.-
groep uit: 1 gr.-comdt, 1 res. gr.-comdt, 6 geweerdragenden en
4 met karabijn bewapende handgranaatwerpers, totaal eveneens
12 man. Zeer veel aanbeveling zou het m. i. verdienen geleidelijk
alle geweren door karabijnen te vervangen'). Eene motiveering
en verdere uitwerking dezer groepssamenstelling zou mij te ver
buiten het bestek dezer studie voeren, ik gaf haar slechts ten einde
nog eens 2) te doen uitkomen, dat de toevoeging van een aantal
gew.-mitrs aan een onzer huidige compn hiervan nog geen modem
Zie hierover o.a. „1. M. T." 1923 Febr. blz. 109 „Bew. en moreel van
onze Inf." door W.
(2). Zie ook „I.M. T." Dec. 1922 blz. 12 „Hoe moeten wij het N. I. bat.
reorganiseeren" door F. Treffers,
396