Zulks deed zich wederom voor toen bij de behandeling van de
Militiewet van 1905 een interpellatie van den afgevaardigde
Raiberti wederom een enquête onder de Opperofficieren in Algiers
tot gevolg had, echter met geen betere uitkomst. De generaals
Tartiat en Servières waren tegen elk dienstplichtontwerp, de
generaals Caze en O'Connor verklaarden daartegenover dienstplicht
zonder moeite in te voeren en vroegen toepassing. Het resultaat
was geen ander dan de overname van art. 84 van de wet van '89,
als art. 92 van de wet van 1905.
In 1907 evenwel werkte het dalend geboortencijfer zoo onrust
barend op 's Lands defensie, dat Messimy, rapporteur over de
oorlogsbegrooting voor 1908, zoowel in een schrijven aan den
Min. v. O. als in zijn rapport over de begrooting, er de aandacht
op vestigde 2) en als remedie een inh. militie in Algiers aanprees 3).
Het voorstel-Messimy verwekte een groote beroering, zoowel in
Fr. als in Algiers, zoodat de Regeering besloot een commissie naar
Tunis en Algiers te zenden met de officieele opdracht „de recher-
cher les moyens d'augmenter la participation des indigènes de nos
possessions de l'Afrique du Nord au service militaire" 4). Deze
begon met gedetailleerde vragenlijsten te zenden aan het bestuur
en aan den Staf'van de Divisie in Tunis, aan de burgemeesters,
bestuursambtenaren, mil. en inl. gezaghebbenden in Algiers, ver
volgens begaf ze zich naar Tunis en vandaar naar Algiers, waar
zij de burgerlijke en mil. gezaghebbenden, de vertegenwoordigende
lichamen, alsmede notabelen en particulieren sadja raadpleegde.
De publieke opinie in Algiers kantte zich hevig tegen het voorstel-
Messimy; de inl. toonden zich ongerust over den nieuwen last, hun
op te leggen en waren sceptisch gestemd omtrent ev. compensaties;
het Eur element vreesde een herhaling van den opstand van'71 5).
Talrijke petities, bedekt met duizenden handteekeningen, werden
gericht aan den President van den Ministerraad om te protesteeren
tegen een dergelijke instelling. De inl. vertegenwoordigers in den
Conseil général van Oran, alsmede in de Délégations financières
(Volksraad) uitten een „voeu" tegen het voorstel. In laatstgenoemd
lichaam fulmineerde de Fr. vertegenwoordiger Vérola: „La consti
tution d'une réserve, conséquence de la conscription, sera des plus
aléatoire et grosse de dangers." Het bleek zelfs noodzakelijk in
Dec. 1907 per circulaire aan de prefecten in Algiers op te dragen
de inl. gerust te stellen en hun te doen begrijpen qu il n'y avait que
des recherches préliminaires n'estraïnant pas de solution immédiate.
dd. 7-9-07. Annexe No. 21 du rapport.
2). Documents parlementaires, Chambre des députés, Annexe No. 1233
2me séance dd. 11-7-07.
3). Omtrent beschouwingen Messimy, vide Sèbe, op. cit. p. 27.
4). Samenstelling commissie, vide Sèbe, op. p. 34.
5)- Rapport du délégué Lisbonne. Délégations financières- Section des
non-colons. Session de mars 1908. Séance de 7avril p. 662.
361