Heeft de aanvaller zijne opstelling voltooid (fig. 3) dan begeven
de comdtn der g.-m.-groepen zich met hunne groepen in colonne
naar voren en brengen de gew.-mitrs op een paar honderd meter
voor den vijand in stelling. Dichter opsluiten ware gevaarlijk, daar
de inf. hierdoor in het voorbereidend vuur harer eigen art. zou
geraken, tenzij een verrassing zonder voorafgaand art.-vuur beoogd
wordt. Daar een gr. van 1012 man hierbij een te groot object
biedt, verdient het aanbeveling, dat de bedoelde comdtn zich
slechts door 2 verkenners en de eerste g.-m. bediening doen volgen.
Het verdere gedeelte der groep volgt dan op eenigen afstand onder
den res.-gr.-comdt. Ook in dit geval is de kans groot, dat de vijan
delijke luisterposten onraad zullen bemerken en het alarmsignaal ge
ven. In vele gevallen is het daarom beter de voorwaartsche beweging
uit de gereedstellingsplaats naar de stelling, vanwaaruit' de beslis
sing zal worden gezocht, eerst te beginnen als de eigen art. haar
cuur heeft geopend. De springpunten der projectielen geven der
inf. dan tevens een richtlijn aangaande het beloop der stelling en
omtrent de strooigrens harer eigen art.
Door deze handelingen heeft de aanvallende inf. nu een scherm
van aut. vuurwapenen voor zich opgebouwd. Hierop brengt bij
duisternis de C.-Comdt zijne gew.-groepen tusschen of dicht achter
de vuurklaar staande gew.-mitrs en is thans gereed voor het zoeken
der beslissing. (Zie onder III De Beslissing).
Nadering en doorvoering zijn tot ééne gevechtshandeling in-
ngevloeid, doordat de voorwaartsbeweging met behulp der
inf. vuurwapenen, welke het kenmerk der doorvoering is, des nachts
vervalt.
Zwaar bedekt terrein zal vermoedelijk bij het naderen van
's vijands opstelling in zijn meer open schootsveld overgaan,
waardoor de boven beschreven formatie op de aangegeven wijze
in de thans te bespreken vormen overgaat.
2e. Bij dag in minder bedekt terrein. Biedt het naderingsterrein
inzicht aan de waarnemers des vijands, dan zal door échelonnee-
ring en vergrooting van afstanden en tusschenruimten getracht
moeten worden, de trefkans en de uitwerking van het vijand, art.-
vuur en op de middelbare afstanden ook van dat der Z. M's, tot
een minimum te beperken.
De driedeelige comp. marcheert hierbij steeds in twee éche
lons, daar bij opstelling in één échelon (alle sectiën naast elkaar)
de frontbreedte en bij opstelling in drie échelons (alle
sectiën achter elkaar) d e d i e p t e het geven van leiding door den
C.-Comdt onmogelijk zou maken. Deze twee échelons kunnen op
drie wijzen gevormd worden, n. 1. met alle g.-m.-groepen in het
voorste en alle gew.-groepen in het achterste échelon, dan wel
met één of twee vóórsectiën.
In het eerste geval is dus de geheele vuurkracht der Comp. in
één échelon samengevat en de stootkracht in het tweede.
400