nen aan zijn achter hem liggenden C.-comdt, en gew-groepen Het gevecht nadert hiermede debeslissendephase, waarin de stootkracht der comp. haar taak gaat vervullen. Kan in de worsteling der vuurkrachten daarentegen géén over- wicnt verkregen worden, dan ware het onverantwoordelijk door het inzetten van menschen te willen afdwingen, wat met machines niet te bereiken valt. „Durch Anhaufung von Menschenmassen beim Angriff wird zwar die Err.te des Todes bereichert, der Sieg aber nimmermehr erstritten" 2) Het is daarom noodzakelijk bij de aanvoerders de z. g. „Angriffs- hetze" te bestrijden en aan den troep de overtuiging te schenken, dat een aanval nog niet mislukt is, al kon het succes bij den eersten aanloop niet worden verkregen. Het eerste kan niet beter gebeuren, dan door juiste begrippen over de samenwerking der wapens en over het tactisch optreden der hulpwapens ingang te doen vinden, waardoor het „oneindige geduld" geschraagd wordt, dat, volgens von Moser3,) de aanval op eene veldstelling vereischt. Het tweede, door onze oefeningen zooveel mogelijk te doen gelijken op werke lijke gevechtsbeelden en liever één onderdeel grondig, dan een ge heel gevecht oppervlakkig en onjuist in te s'tudeeren. Deze eisch klemt te meer, omdat alle schrijvers met oorlogservaring het er over eens zijn, dat de man zich bij den aanvang van eenoorloggeheel gedraagt, zooalshij hetinvre- destijd bij oefeningen en manoeuvres gewoon is geweest. Kunnen de machines bij dag de schaal niet ten gunste van den aanvaller doen doorslaan, dan rest slechts het afwachten der duisternis, waarmede de eerste krijgsmansdeugd gelegenheid krijgt door een alge mee nen bajonetaanval zich in volle grootte te ontplooien. Ein Abendangriff nach nicht völlig du. rchgeführten Entschei dung s- kampfen hat fast immer Erfolggehabt"4). Veel besproken is de vraag, of de aanvaller tijdens de doorvoe ring van het gevecht gebruik behoort te maken van zijn pionier gereedschap. De groote nadeelen hiervan zijn, dat de man zich tijdens het graven ongetwijfeld meer of minder bloot moet geven en dat geen enkel voorschrift de neiging om aan eenmaal gemaakte dekkingen te blijven kleven zal kunnen onderdrukken. Vroeger gold bovendien het bezwaar, dat de man zich beter De S. Comdt be6chikt hiertoe over zijn vier verbindingsmanschappen (2 seiners, 2 ordonnansen,). De gr. comdt zal zelf een vlag moeten mede voeren, terwijl het bovendien aanbeveling zou verdienen, indien beide comdtn een pistool, geschikt voor het afvuren van rook-en van lichtge vende projectielen bezaten. 2). Altrichter „Lehren und Erf. des Weltkrieges'' t.a.p. 3). von Moser „Feldzugsaufzeichnungen", Stuttgart 1920. blz. 74. 4). Balck „Entw. der Taktik im Weltkriege" t.a.p., blz. 229. 407

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 49