beschutte door zelf te vuren, dan door te graven. Nu het overgroote deel der manschappen niet behoeft te vuren en slechts op dekking bedacht moet zijn, is dit bezwaar vervallen. Van de beide eerst genoemde nadeelen moet m. i. het kleven aan gemaakte dekkingen op den koop toe worden genomen, indien het ge bruik der spade menschenlevens kan redden, te meer daar de invloed der aanvoerders dit euvel vermag te verkleinen. Blijft dus het feit, dat zelfs het voorzichtigste graven gewoonlijk de trefbaarheid verhoogt. Voor de bedoelde gevechtsphase zal het gebruik der spade daardoor niet imperatief kunnen worden voorgeschreven, wij zullen ermede moeten volstaan bij oefeningen den aanvallenden soldaat er telkenmale op te wijzen, indien hij, zonder zich te veel bloot te geven, het terrein op eenvoudige wijze kan verbeteren. Beslist voorgeschreven dient dit evenwel te wor den voor de nacht tusschen twee aanvalsdagen waarin geen beslissing gezocht wordt. Als slot van dit onderdeel wil ik er nog op wijzen dat men de boven ontwikkelde beginselen omtrent het tempo van dén aanval niet zal terug vinden in de Fr. reglementen. Het „Règl. de man. d'Inf." ademt geheel den geest, dien men vóór 1914 op den anderen Rynoever vond. Zoo .zegt punt 217: „Pour en prendre le contact la comp. attaque nralgré la résistance rencontrée" en schrijft punt 219 aan iedere sectie en groep uit het vuuréchelon voor: „profiter de tout arrêt du feu ennemi pour avancer aussitöt". Ver geten wij evenwel niet, dat Fr. bewapening een zoodanige is, dat het regl. met recht mag uitgaan van de veronderstelling, immer het vuuroverwicht te zullen kunnen bevechten. Bovendien zijn in de Fr. organisatie vuur- en stootkracht tot één groep (groupe de combat") samengekoppeld en niet zooals in de Neder].-, Duit- sche-, Engelsche-, en naar verluidt toekomstige N. I. org., in afzonderlijke groepen gescheiden. Dit alles maakt het Fr. regl. tot een bron, waaruit met veel omzicht i.g- heid geput dientteworden. 111. DE BESLISSING Indien de eigen art. haar vuur niet reeds naar achteren heeft verlegd en dus hare inf. nog belet de onder vuur liggende opstelling dichter dan omstreeks 200 M. te naderen, is het beslist noodig, dat de C.-comdt door middel van zijn Co- gr. aan den B.-Conrdt laat weten, dat de voorwaartsche beweging belemmerd wordt. Is rechtstreeksche verbinding met de steun ver- leenende art. te verkrijgen, dan moet ook langs dezen weg getracht worden haar te verzoeken het vuurgordijn te verplaatsen. Het is daarvoor evenwel noodzakelijk, dat alle aanvoerders der inf. var.af de s.-comdtn weten, welke art. hun aanval steunt en waar deze zich bevindt. De voorbeelden, dat aanvallende inf. in het vuur harer eigen art. is geloopen zijn legio en vormen een der oorzaken Deze phase heet in het Fr. regl. „Le développement du combat", bij Culmann ,,1'Assaut'', bij Pfeiffer „Der Sturmangriff". 408

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 50