van het feit, dat 75.000 Fr. infanteristen door hunne eigen art. zijn gedood Bovendien is het verhaal, als zou de inf. vrijwel onverschillig zijn voor enkele treffers harer eigen art., thans door tal van schrijvers afdoende tegengesproken. Integendeel blijkt het moreel der inf. door bijna niets méér geschokt te worden. Als de gew.-mitr.-groepen de stelling tot voldoenden afstand zijn genaderd, moeten de gew.-groepen zoo gedekt mogelijk den af stand, die hen van den vijand scheidt, afleggen, teneinde met een zoo groot mogelijk aantal bajonetten in het handgemeen de beslis sing te kunnen zoeken. Zij mogen bij hunne voorwaartsche bewe ging het vuur der hun dekkende gew.-mitr's zoo min mogelijk onderscheppen en moeten trachten in de flank der vijandelijke nesten te komen. De formatie, waarin aan deze verschillende eischen gewoonlijk het beste voldaan kan worden is de c o 1 o n n e met éénen, met onbepaalde afstanden tusschen de manschap pen (zie fig. 8). Is het oogenblik voor den stormaanval gekomen, dan wordt door links of rechts front te maken de linie ge vormd. Dit is dus een der weinige gevechtsmomenten, waarin deze formatie nog eens opduikt! Daar de gew.-groepen slechts bij uit zondering behoeven te vuren en wel, indien de vuurdekking der samenwerkende g.-m. hen begeeft kunnen comdt en manschap pen thans hun onverdeelde aandacht wijden aan het gedekt en doelmatig terrein winnen. Kruipen is hierbij slechts voordeelig, indien daardoor vuur-, dan wel gezichtsdekking kan worden ver kregen, dus b. v. in een terreinplooi of door ongeveer 1 M. hooge begroeiingen. In andere gevallen vormt de kruipende man een op de korte afstanden vrij trefbaar, zich langzaam voortbewegend doel. Bovendien is het moeilijk tijdens het kruipen orde, verband en marschrichting te bewaren en is deze voortbeweging voor den man zeer afmattend. Gewoonlijk zal daarom het voorwaarts gaan van een gew.-groep beginnen met enkele snelle korte sprongen der voorste manschappen, welke beweging zich geleidelijk naar achteren voortplant. Hierdoor vraagt men den vijand als het ware, zooals een Duitsch schrijver aardig opmerkt: „Laszt du dir das gefallen?"2). Blijkt de verdediger niet meer in staat tot een krach tig antwoord, „so verbreitet sich dann der Sturmangriff mit der Schnelligkeit einer Lawine, verwandelt sich aber sofort wieder in die Rinnsale eines mühevollen, aber standigen Sichweiter-durch- arbeitens im Einzelspringen, wenn iin feindlichen Widerstandsstrei- fen wieder erheblicher Widerstand entgegentritt"3). De gew.- mitr.-groepen dekken hierbij hunne kameraden, door iedere ople ving bij den vijand onmiddellijk neer te drukken. Vreest een g.-m. groep, dat haar vuur door een gew.-groep zal worden onderschept, Zie: Gén. Percin „Le massacre de notre Inf." Parijs '21.- 2). Balck „Entw. der Taktik im Weltkriege". 3). Pfeiffer „Entwurf", t. a. p. ,punt 488 409

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 51