stoot met vuur te kunnen opvangen. Worden gew.-groepen door een tegenstoot getroffen, dan gaan zij den vijand zonder aarzelen met het blanke wapen tegemoet. De verkenners worden opnieuw vooruitge worpen en iedere ondercomdt (vanaf de gr.-comdt) dringt de vijandelijke opstelling in de aanvankelijke aanvalsrichting verder binnen, zoodra hij meent zijn onderdeel weder in de hand te hebben en voldoende verband met zijne nevenafdn te hebben verkregen. Alras zal opnieuw contact met een vijandelijk weerstands-échelon worden verkregen, waarmede een herhaling van het drama een aanvang neemt. Wordt de bezetting van een nest niet vernietigd, of gevangen genomen, doch tracht deze zich door de vlucht hieraan te onttrek ken, of wordt een tegenstoot van den vijand teruggeworpen, dan is het zaak ongeacht richting en verband den w ij k e n d e n v ij and geen oogenblik los te laten. Door gelijktijdig met hem een volgend échelon binnen te dringen, wordt niet alleen het vuur hiervan belemmerd, doch zal ook het moreel der bezetting ernstig geschokt worden en bestaat de mogelijkheid, dat deze zich in de vlucht laat medesleepen. Nimmer mag vergeten worden, dat niet de bezetting van terrein, doch de vernietiging van den tegenstander het eind doelvan denstr ij dis. De taak der vóórcomp. eindigt evenwel met de bezetting van het, gewoonlijk achter de vijandelijke weerstandszöne gelegen, door den A. B. aangegeven, aanvalsdoel. De C.-comdt verzamelt dan de resten zijner comp. en doet deze zich o n m i d d e 1 1 ij k in het terrein vastzetten op de wijze, zooals in mijn voorgaand artikel besproken. De geleden verliezen zullen veelal slechts de opstelling van één échelon mogelijk maken. De verdere vervolging wordt door andere troepen ingezet. Werpen wij thans een terugblik op de geheele, als „aanval" samen te vatten, gevechtshandeling der comp., dan treft ons de overheerschende rol, die de groep met hare comdt hierbij vervult. Zoo noemt Ludendorff als een der oorzaken voor de strategische mislukking van het groote Duitsche voorjaarsoffensief in 1918, het onvoldoende zelfstandig optreden der groepen 1hoeveel zorg aan hunne opleiding ook was besteed. Wil onze inf. weder een vol waardig oorlogsinstrument worden, dan zal nadat de compn zijn gereorganiseerd en technisch met hunne nieuwe bewapening ver trouwd geraakt allereerst moeten worden begonnen met een grondige detail-opleiding der gr.-comdtn, onder daartoe bekwame officieren 2). Zijn deze comdtn met hunne zware taak vertrouwd geraakt en is de samenwerking tusschen twee g.-m.-groepen en Ludendorff „Kriegserinnerungen/'Berlyn 1919, blz. 483. 2). Leidraad hierbij kunnen o.a. geven: „Die Gruppe" door May Rühle von Lilienstern (Uitg. R. Eisenschmidt, Berlyn N. W. 7) en 411

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 53