aangelegd; de meesten zijn gelijk visschen. Sommige personen houden van verandering (omgeving, werkzaamheden enz.); anderen houden ervan, hetzelfde op denzelfden tijd eiken dag aan weer te verrichten: „the season-ticket holders of life." Eenigen prefereeren, alléén te arbeiden; anderen moeten omringd zijn door makkers, die hetzelfde doen als zij-. Ook weer anderen geven er de voorkeur aan, zoo weinig mogelijk uit te voeren (en bereiken daarin soms een zekere virtuositeit). Eenigen zijn eerzuchtig; de meerderheid is het niet. En zoo bestaan er nog honderden verscheidenheden en tegenstellingen. „Every temperament is a paramount fact, exceeding and surpassing reaso n." Moet de mensch dan maar geheel en absoluut aan zijn geaard heid toegeven? Zeer zeker niet. Want zulks zou niet alleen moei lijkheden voor het individu zelf, doch ook voor anderen opleveren. De geaardheid en neigingen moeten in toom gehouden worden. „The business of the reasoning faculties is to keep the tempera ments in order. As a rule the evil possibilities of a temperament are perceived with some clearness by its possessor and with more clearness by his friends, and reason has a fair chance of avoiding desastrous and absolute defeat in the battle with its powerful adversely." Het antwoord op de vraag: in hoeverre moet uw geaardheid worden aan banden gelegd is: „You have got to judge for yourself." Alles wat dienaangaande met zekerheid kan worden gezegd is: „De geaardheid kan niet zonder groot nadeel geweld worden aangedaan, doch ook mag men niet er t e veel aan toegeven." „Between these two extremes common sense must draw a line. Vague and difficult advice, You say? Yes! But life itself is vague and difficult!" Ziethier de inleiding, eigenlijk tevens het hoofddoel van mijn betoog. En steeds weer trof het mij, bij het doorlezen van onze oefenings- en tactische voorschriften, dat daarin met uitzondering van ons V. V. deel I, met het bovenstaande geen rekening werd gehouden of liever: de kwestie niet te berde werd gebracht, zooals, ware het dan ook met een enkel woord, in sommige voorschriften van andere legers het geval is. Ik doe eenige grepen. Eng. F. S. R. II hst: „Operation orders and reports in the field": „The method of attaining an object will be left to the utmost extent possible to the recipient with due regard to his per sonal characteristic s." Het laatste: „due regard to his personal characteristics" houdt dus zeer nauw verband met het eerste: „utmost extent possible". Voor den wankelmoedige, of den al te bedachtzame, zal in het bevel eene zekere quantiteit „pushing power," voor den al te voortvarende een genoegzame dosis „stopping power," moeten zijn 414

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 56