424 zij er op gevestigd, dat dit boekwerk in de bibliotheek D.v.O aanwezig is. In Mil. Wochenblatt 15 Jan. geeft Rohne zijne ideeën te kennen omtrent „Schieszen der Art. mit Oder ohne Beobachtung", in welk art. hij tevens het in de afl. van 11 Dec. '22 No. 21 verschenen artikel „Beobachtes und nicht beobachtes Art.-schieszen" bespreekt. Aangehaald zij: „Dasz im Bewegungskriege von der Luftbeobachtung keine groszen Erfolge zu erwarten sind, darin stimme ich dem Verfasser bei". Ook de vuurwals zal zeer weinig effect hebben. „Im Bewegungskriege fehlt die genaue Kenntnis des zu durchlaufenden Gelandes. die unumganglich nötig ist, wenn die sturmende Inf. der vortrollenden Feuerwalze dicht folgen soil. Schieszlich ist es im Bewegungskriege ganz unmöglich alle Uhren so genau überein- stimmend zu stellen, wie das für die Feuerwalze unerlaszlich ist". Het met vuur onbegaanbaar maken van een terrein besprekende, berekent Schr., dat met gebruik van gasgranaten 6—700 veldkannonnen of 60—70 veldhou- witsers noodig zijn om een ruimte van 2000 bij 500 M. voldoende met vuur te beleggen. Het afschaffen van den G. K. wordt „für geradezu katastrophal" gehouden. Allgem. Schw. Mil. Zeitung 20 Jan. In „Ueber die Schieszausbildung in den Inf. rekrutenschulen" wenscht Schr.Das Einschieszen hat in Gegenwart der Rekruten zu geschehen, damit er sich vom guten Schieszen seines Gewehres selbst überzeugen und nachher-bei ey. schlechten Schieszen die Schuld nicht seinem Gewehr zuschieben kann, wie das oft zu beobachten ist". De eerste schoten moeten liggende worden afgegeven en alles in het werk worden gesteld om treffers te verkrijgen. „Es musz vom Lehrer mit allen ihm zur Verfügung stehenden Mitteln, wie Kontrollspiegel, selbst Nachhelfen beim Zielen, Lösen des Schusses etc., angestrebt werden, dasz der Mann mit seinen ersten Schüssen unbedingt trifft. Das Vertrauen in die eigene Schiesztüchtigkeit u-:d in die Waffe wird dadurch ungemein gestarkt, Diese Uebung ist so wichtig, dasz sie unbedingt beim Leutnant geschossen werden soil". Vooral het rukken moet worden tegen gegaan; Schr. raadt aan den schutter in het onzekere te laten of zijn geweer geladen is of niet, natuurlijk met de noodige veiligheids-controle. De houding bij het liggende opgelegd schieten moet dezelfde zijn als bij het schieten met de vrije hand. „Ueberhaupt wird man gut tun, nur eine erste Uebung aufgelegt schieszen zu lassen, damit die Angewöhnung an den freien Anschlag rasch erfolgt". Aan het schieten met marga-patronen hecht hij weinig waarde, terwijl, in het begin vooral, niet te veel moet worden ge schoten, hoogstens 3—4 schoten per dag, omdat„die Anforderungen an die Konzentration des Schützen sehr hohe sind". Onverschillige schutters moeten in hun vrijen lijd overschieten, „Die gleichgültigen Schützen die an solchen Nachschiesztagen heran müssen, werden sehr rasch zu sorgfal- tigen Schützen erzogen sein". Rev. Mil. Suisse Jan. „A propos de l'exploration de combat" door de inf. te verrichten, wijst er op dat als regel slechts door het gevecht de noodige gegevens kunnen worden verkregen. Het zien zonder gezien te worden gaat dus slechts op voor kleine patrs. De verkenningsorganen moeten tijdig de berichten overbrengen en dus verbinding houden met den comdt die hen heeft uitgezonden, het is echter noodzakelijk, dat deze zelf alles in het werk stelt „pour assurer sa liaison avec ses organes d'expiora- tion". De inf. patrs zullen als regel niet verder dan 4 a 5 KM. worden uitgezonden. De aandacht wordt gevestigd op het feit, dat de berichtover- brengers zeer vaak niet genoeg dekking zoeken. II faut tout spécialement, attirer leur attention sur les cheminements les plus favorables et leur interdire les marches de flanc en terrain découvert a courte portée de l'ennemi. Ces précautions d'importance capitale, sont constammant négligées dans nos exercises" Ook bij onze oefeningen zien we de ordonnansen vol doodsverachting rechtop zich over open terrein bewegen. „La sixième arme" behandelt thans voornamelijk de chloorgassen en geeft bovendien aan welke verliezen door de verschillende oorlogsmiddelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 66