Deneden peil. Als de heer de Vries gelijk heeft, dat de besturing
van een klein éénpersoonstoestel ook aan Inlanders kan worden
toevertrouwd, dan zou de zaak misschien veel eenvoudiger wor
den. Ik sta daar echter vrij sceptisch tegenover. Naar ik vermeen,
is het besturen van een vliegmachine nog steeds niet ieders werk.
Bovendien wordt er van een bestuurder van een jager in oorlogstijd
nog wat meer gevergd, dan het besturen van zijn toestel alleen.
Daarvoor zijn vastberaden mannen noodig, die elk oogenblik
bereid zijn te vechten op leven en dood, onder de moeilijkste
omstandigheden. Niettemin geloof ik wel, dat voor de recruteering
van vliegeniers een wijder veld open staat, dan tot nu toe is
geëxploiteerd en ongetwijfeld zullen de noodige menschen te
vinden zijn, mits men aantrekkelijke voorwaarden stelt en goed
betaalt. Verder zal ik dit onderwerp aan meer bevoegden overlaten.
De toestand in de wereld en in ons leger in het bijzonder, is
van dien aard dat menigeen bij het lezen van dit artikel moedeloos
de schouders zal ophalen en mij voor een verblinde optimist, of
erger, zal uitmaken. Never mind, beter optimist, dan het omge
keerde. Men vergete echter niet, dat deze moeilijke tijden ook wel
weer eens voorbijgaan en intusschen behooren wij niet stil te
zitten, maar de overtuiging ingang te doen vinden, dat de verde
diging van Java niet tot de onmogelijkheden behoort, maar
integendeel afdoend kan worden verzekerd door de binnen ons
bereik liggende vorming van eene krachtige luchtmacht.
2. NASCHRIFT OP No. 1, door H. Behrens.
Door Schr. in de gelegenheid gesteld van vorenstaand artikel
kennis te nemen, voor dat het werd geplaatst waarvoor ik hem
mitsdeze ten zeerste dank zeg wil ik gaarne voldoen aan Schr's
verzoek om n. a. van het opstel enkele aanteekeningen te stellen.
In hoofdzaak ga ik met de geleverde beschouwingen volkomen
accoord, er zijn echter enkele details, die ik volledigheidshalve
even wil vermelden, hoewel zij aan de waarde van het betoog niets
afdoen.
Ie. In het artikel van den heer B. D. de Vries werd wel een
groot aantal kleine en gemakkelijk te vliegen toestellen aanbevolen,
doch die waren absoluut niet strijdvaardig, integendeel hoogst
minderwaardig voor oorlogsgebruik. De heer van Tricht gaat dan
ook niet mede met die aanbevolen vliegtuigen en spreekt van
toestellen, die zoo ongeveer 15.000 zouden kosten.
2e. Schr. zegt, dat als regel 's nachts de vliegmachines niet
zullen kunnen worden gebruikt. Als regel kan men 's nacht wel
degelijk vliegmachines gebruiken. (Hier in Indië bestaat tot nog
toe het uitzonderingsgeval, dat in die richting nog in het geheel
niets gedaan is). Vooral het verkennen van een varende vloot is
443