's nachts een voor vliegtuigen zeer goed te verrichten taak, zooals uit elders genomen proeven is gebleken. 3e. Afweergeschut aan boord van schepen heeft tot nog toe geen trefkans. Men heeft, vooral in Amerika, reeds heel wat geld en moeite besteed om tot meerdere bruikbaarheid van dit geschut te komen, doch tot nog toe absoluut zonder resultaat. 4e. 's Vijands luchtstrijdkrachten worden door Schr. m. i. te licht geteld. Vliegtuigen kunnen van moederschepen opgaan en daarop weer landen. Een tusschenbasis, of eerst in orde brengen van landingsterreinen voor de vliegtuigen, is dus niet noodig. 5e. Schr. denkt zich een afzonderlijke Marine- en een afzon derlijke Leger-luchtmacht; het komt mij voor, dat er iets onlogisch in dien opzet is en dat zulks eene oneconomische organisatie zoude zijn. Een sterke luchtmacht, die als onderdeelen bevat de hulpdiensten èn voor het Leger èn voor de Vloot en als hoofdtaak heeft: de verkenning en den strijd tegen doelen in de lucht, te water en op den grond, geeft m. i. de juiste oplossing. Aangeteekend zij, dat het deel voor de Marine bestemd, water vliegtuigen moet bevatten als hulpwapen voor de vloot tijdens hare actie ter zee. Deze soort vliegtuigen kunnen echter niet wor den gebruikt als gevechts- en zware bombardementstoestellen en kunnen dus ook niet dienen voor het verjagen van vijandelijke vliegers. Hiervoor zullen landvliegtuigen die ook zeer wel boven zee kunnen worden gebezigd moeten dienen. Aanvaardt men het principe van zulk een luchtmacht, dan zullen er slechts betrekkelijk weinig meer kosten te besteden zijn om de verdediging niet slechts voor Java, doch voor den geheelen Archipel te voeren. Zooals gezegd, zijn bovenstaande opmerkingen slechts volledig heidshalve gesteld en wordt met het artikel ten zeerste ingestemd. Het doet weldadig aan bij de vele bezuinigingen die aan geringe appreciatie voor den Vliegdienst zouden kunnen doen gaan denken--van een outsider zulk een goed geslaagd pleidooi voor het Luchtwapen te vernemen. Zeer terecht m. i. heeft Schr. vol vertrouwen in de toekomst van het wapen, dat in de verdedi ging van Indië n. m. in. de eerste plaats behoort in te nemen. 3. 75000 MAN GETROFFEN DOOR EIGEN ARTILLERIE VUUR'), door X. Percin schrijft in de voorrede van een zijner boeken: „Déja, dans les guerres antérieures, des fantassins étaient tombés sous les coups de l'art. amie; mais jamais on n'avait vu de pareilles hécatombes. Ilyalaunfaitnouveaudontilimporte de rechercher les cause s". Ter publ. ontv. 11-6-23 Red. I.M.T. 444

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 14