werd als „legende" geplaatst in het Januari nr 1918 van het Orgaan der N. I. O. V. Als „vogellegende" gaf de Commissie voor de Volkslectuur het eenige jaren later in verschillende talen in druk, De tijd voor de daarmede oorspronkelijk bedoelde propaganda was inmiddels verstreken. Den 16den Januari 1920 werd in den Volksraad met 23 tegen 5 stemmen een motie van den heer Koesoema Joeda aangenomen, waarin om een commissie werd gevraagd, daar, alvorens té beslissen over de invoering van de Inlandsche militie, vast moest staan: a. op welke wijze Indië moet worden verdedigd; b. hoeveel een doelmatige organisatie onzer weermacht zou kosten; c. op welke wijze de daarvoor benoodigde gelden moeten wor den gevonden. Dit was afdoende. De kwestie was op het doode punt gebracht en is daar nog. Hoewel de belangstelling verminderd is, mogen de pogingen, om het doel, de weerbaarheid van N.-I., te bereiken, toch niet worden opgegeven. Ook hier heet het: volhouden. Maar hoe? De met de prijsvraag der N. 1. O. V. bedoelde oplossing ma°- niet zonder meer als onbruikbaar worden beschouwd. Ook daar door toch kunnen zekere kringen bereikt worden. En juist zulke van welke invloed op hun omgeving kan uitgaan. Juist die, welke Raden Santosa bedoelt en die, als zijnde het intellectueele gedeelte der Inlandsche bevolking, een voorname schakel kunnen vormen, ook al wordt hen thans nog in zekeren zin indolentie verweten. Indolentie, niet door onwetendheid veroorzaakt. Indolentie, die ook elders wel wordt aangetroffen. Ook in de geleverde critiek ligt een zeer bruikbare gedachte. Op de door Raden Santosa genoemde wijze moet hetdoor per soonlijke en plaatselijke propaganda mogelijk zijn, de weer baarheid door nuchtere kennis te bevorderen, zonder dat de Staat binnen afzienbaren tijd het aantal scholen beduidend behoeft te vermeerderen, terwijl de nieuwe staatsinrichting daardoor uit het volk zelve groeien zal. Hoe ze er zal uitzien ligt voor een groot deel aan de invloeden, welke gedurende dien groei op het volk inwerken. Men kan zich daar niet van afmaken met de bewering dat de evolutie van een volk niet op het gebied der politiek ligt Waar, volgens het Bataviaasch Nieuwsblad, de actie van het Analphabetisme Bestrijdings Comité in handen is van politieke partijen, die het Nederlandsch gezag minder welgezind zijn, mo^e de Regeering (de juistheid dier bewering al of niet erkennende) op haar hoede zijn en zoo noodig ingrijpen ter voorkoming van 477

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 47