485
Waar Schr. thans aangeeft, dat het niet in zijn bedoeling heeft gelegen
om het indeelen van frontaal vurende Z. Ms. in voorste lijn en het samen
voegen van Z. Ms. met andere automatische wapens in een mitr. nest als
min of meer vaststaande regels aan te geven zooals ik uit het artikel in
het Orgaan der N. I. O. V. van Dec. '22 meende te moeten afleiden zijn
wij het in dit opzicht dus eens.
12. BOEKBESPREKING, door D. B.
Van de Uitgeversmaatschappij voor Goede en Goedkoope lectuur
ontvingen we een exemplaar van de bijdrage ter aanvulling van de sludie
van den generaal W. G. F. Snijders„De Wereldoorlog op het Duitsche
Westfront", handelende over de Gedenkschriften van Generaal v. Molkte.
De schrijver van de bijdrage vermeldt omtrent de in de gedenkschriften
opgenomen brieven van v. Molkte: „De inhoud van deze brieven is voor
ons doel meestal niet van belang. Maar men vindt er toch hier en daar
belangwekkende zaken in vermeld, die een duidelijken kijk geven op het
karakter van den schrijver, diens verhouding tot den keizer en zijn omgang
met den grooten oom en naamgenoot, den veldmaarschalk, die door zijn
overwinningen van 1864, 1866 en 1870—71, Duitschland gebracht heeftop
het toppunt van macht en roem."
De Generaal Snijders geeft een overzicht vooral van hetgeen de gedenk
schriften vermelden omtrent het voorgevallene bij het ontstaan en in de
eerste periode van den oorlog.
Wat de „schuldvraag" betreft, acht v. Molkte Rusland degene, die den
oorlog feitelijk ontketende; voor Duitschland was de oorlog een cultureele
noodzakelijkheid. Hij verklaart, dat D. hem niet gezocht en gewild heeft;
de oorlog werd het opgedrongen, het moest strijden voor zijn bestaan,
zijn volk, zijn nationale leven.
Lezenswaardig is vooral hetgeen de generaal S. Uit de mémoires mede
deelt over het al dan niet eerbiedigen van de Nederlandsche neutraliteit.
In het Schlieffensche plan zou de uiterste rechtervleugel over Roermond
en door N. Brabant oprukken. Volgens Schlieffen zou Nederland hoogstens
protesteeren. Deze meening werd door v. M. niet gedeeld, hij was over
tuigd, dat Ned. vijandig zou optreden na de schending van zijn grondgebied
en hij achtte den marsch door Belgie alleen uitvoerbaar bij een strikt
neutrale houding van Ned. Engeland zou ongetwijfeld tegen het schenden
van de Belgische neutraliteit opkomen en dan zou het voor dat land
onmogelijk zijn om zijnerzijds de Ned. neutraliteit te gaan schenden, zoodat
Nederland, door D. met rust gelaten, den D. rechtervleugel dekte. Ook
zag v. M. in Nederland in zekeren zin een veilige deur voor het huishou
delijk leven van Duitschland.
De generaal S. vestigt er verder de aandacht op, dat de mémoires uit
wijzen, dat in '14 Duitschland geen ander operatieplan gereed had, dan
het gewijzigde Schlieffensche, hetgeen hij verbijsterend noemt. We lezen
„Heeft men zich dan blind gestaard op dat vicieuse ontwerp van v. S.
en geen anderen oorlog denkbaar geacht, dan dien op 2 fronten tegen
Rusland en Fr. met hunne bondgenooten? In de vele jaren van v. M.'s
bestuur over den Gen. Staf zijn de staatkundige toestanden toch meer dan
eens gewijzigd. Er was stellig reden geweest om ook te denken, 't zij
aan een oorlog met Ruslasd alleen, 't zij met Fr. alleen, of eenig ander
land. In elk geval, de noodzakelijkheid om een geheel ander plan dan het
Schlieffensche uit te voeren kon ontstaan en daarvoor was het beslist
noodig, dat de Gen. Staf andere plannen uitwerkte en gereed had. Nu
werd de Keizer feitelijk gedwongen om het plan v. S.—v. M. te doen uitvoe-