493
•geheel, dan merken wij op dat het een modern reglement is, dat even
wel mank gaat op de volgende punten: geen rekening' genoeg gehouden
met de moderne vuuruitwerking, door onvoldoende aandacht te schenken
aan nachtelijke ondernemingen; ouderwetsche opvatting betreffende ge
vechtsverkenning; onlogische bevelvoering over de zware mitrs; ouder-
wetsch gebruik van veldart. Niettemin bevelen wij de bestudeering ien
zeerste aan".
Het schijnt dat meer legers sukkelen met hun infanteriereglementen
In het „Art. Tijdschrift" (bijvoegsel van Mavors) trof ons een artikeltje
van luitenant De Pauw over de geïsoleerde opstelling van een enkelen
vuurmond.
Daar kunnen onze artilleristen hun voordeel mede doen.
Mavors April '23. In deze afleveringen komen een tweetal artikelen
over het hoofdstuk Voorpostendienst" voor, nl. van den majoor Verberne
en den luit.-kolonel Bruyn. Het nieuwe velddienstvoorschrift van het
Ned. leger geeft blijkbaar aanleiding tot talrijke beschouwingen, waarvan
de hoofdtoon is, dat verschillende artikelen naderen uitleg behoeven.
Ook de kapitein Sturm onderwerpt hetzelfde hoofdstuk aan eene welwil
lende kritiek.
Luitenant Schwing zet zijne beschouwingen over den stikgasstrijd in
den wereldoorlog voort. In het bijzonder vestigen wij de aandacht op
hetgeen hij omtrent het Mosterdgas mededeelt. Hij besluit zijn artikel met
enkele woorden over „gastaktiek", een begrip, dat zich in de Ned. voor
schriften nog een weg moet banen en waarover, zooals bekend, de Indische
voorschriften een diep stilzwijgen bewaren. Hij eindigt met te wijzen
op de noodzakelijkheid van eene goede „gasdiscipline". Daar wij moeielijk
kunnen verwachten, dat een ev. invaller op Java zoo beleefd zal zijn om
zich van het gebruik van gasprojectielen te onthouden, kan dit artikel ons
niet anders dan tot nadenken stemmen. In het artilleristisch gedeelte een
zeer lezenswaardig artikel van den kapitein Harberts over de ontwikkeling
der art.-munitie sedert 1914, waarinde uiteenloopende waardeering van het
G. K. T. schot op levendige wijze behandeld wordt. Verder wordt het noodige
gezegd over het spitse projectiel met kegelvormig afgedraaiden bodem
en een pluim gegeven aan de brisantgranaatkartets Ehrhardt—Van Essen,
welke gebleken is een uitmuntend projectiel te zijn, n'en déplaise het ge
ringe gewicht der vulkogels. Verder wordt de aandacht gevestigd op de
gasprojectielen en in het voorbijgaan opgemerkt, dat de oude buskruitgra-
naten van het Ned. vestinggeschut als absoluut minderwaardig, soms zelfs
als volkomen onbruikbaar moeten worden beschouwd. Op afstanden boven
5000 M. is de scherfwerking gelijk nul te stellen. Het moet wel grappig
zijn, om met deze protectielen te moeten schieten op oorlogsdoelen.
De Militaire Spectator April 1923. Kapitein Fruyt van Hertog beëindigt
zijn artikel over het experimenteel psychologisch onderzoek in het leger.
Hij beschrijft den weg, die gevolgd werd bij de vorming van het Am.
leger en vermeldt de verkregen resultaten- Vooral wat betreft het onder
zoek naar beroepsvaardigheid zijn die resultaten ook voor het Indische
leger van belang, te meer omdat specialiseering in de toekomst in het
leger een nog grootere rol zal gaan spelen, dan thans reeds geschiedt.
De schrijver waarschuwt nogmaals tegen het „geliefhebber" op psycholo
gisch gebiedt en eindigt met eene aansporing om op wetenschappelijke
wijze de zielkundige vraagstukken te bezien, daar de eischen van den
modernen oorlog het meer en meer noodzakelijk maken, dat van de gees
telijke hoedanigheden van het beschikbare menschenmateriaal zoo veel
mogelijk partij getrokken wordt, geen ronde jongens in vierkante gaten worden
geplaatst en de nonvaleurs de eenige voor heji geschikte taak, nl. die van
„toeschouwer" krijgen.
In het artikel „samenstelling en uitrusting van eene Ned. compagnie (es
kadron) wielrijders" is voor ons van het meeste belang de daarin opgenomen
beschrijving van de genomen proeven met verschillende methoden om
een mitr. op een gewoon rijwiel te vervoeren.