den grooten oorlog niet met bommen aangevallen, die door
massa's afweergeschut werden verdedigd. Toch belette dat vuur
den vliegeniers niet hun aanval door te zetten.
Wat de vijandelijke luchtstrijdkrachten betreft, kan men n. m. m.
in die periode nog niet veel van hun optreden verwachten. Komt
de vijandelijke vloot rechtstreeks van de eigen havens, dan kan
zij alleen toestellen in de lucht hebben, die van de oorlogsschepen,
of van moederschepen, zijn opgestegen. Het is mij niet mogelijk
te beoordeelen in hoeverre zulks tegenwoordig mogelijk is en
hoeveel toestellen de vijandelijke marine op die manier in de lucht
kan brengen. Het spreekt echter vanzelf, dat wij op dien tegen
stand moeten zijn voorbereid' en onze strijdkrachten moeten die
van den vijand absoluut de baas zijn. De vermoedelijk hier te
verwachten tegenstand vormt één der'hoofdfactoren, die'de sterkte
van onze marine-vliegdienst beïnvloeden.
Heeft de vijand een tusschenbasis ingericht, dan zal het in som
mige gevallen mogelijk zijn, dat hij van daaruit door vliegmachines
wordt begeleid. Zijn dit landtoestellen, dan is hun radius over zee
beperkt, omdat zij weer naar hun punt van uitgang moeten kunnen
terugkeeren. Watervliegtuigen daarentegen leenen zich minder
voor den strijd tegen snelle jachttoestellen en zullen dus door die
van ons kunnen worden verdreven.
Wellicht kunnen de vijandelijke luchtstrijdkrachten nog op andere
wijzen in actie gebracht worden gedurende deze periode van den
overtocht. In het algemeen gesproken is de vijand tegenover onze
luchtmacht echter in een ongunstige positie en deze zal, sterk
genoeg zijnde, in staat zijn den vijand zeer zware verliezen te doen
lijden door aanvallen op de transportvloot en ook door aanvallen
op een eventueele basis, waarover straks.
Sub B. De 2de periode van de vijandelijke onderneming begint
als de transportvloot voor het landingspunt ten anker gaat.
Waarschijnlijk gebeurt dit, om reeds uiteengezette redenen, in den
vroegen morgen, waarbij nog te voegen is het groote belang van
het behoud van het verrassende element in de landing. Bijzonder
heden, welke niets ter zake doen, buiten beschouwing latende, zal
een landing van eene aanzienlijke troepenmacht het navolgende
beeld opleveren:
Voor de kust ligt de geheele transportvloot, beschermd door de
oorlogsschepen. Bij die transportschepen worden alle beschikbare
landingsmiddelen gevuld en in sleepen naar de wal gebracht door
stoomsloepen, z. n. beschermd door kleinere oorlogsvaartuigen, die
de kust zoo dicht ^mogelijk naderen, teneinde het landingspunt,
mocht dit bezet blijken, met licht en middelbaar scheepsgeschut
onder vuur te kunnen nemen. Er zal dus een voortdurend heen-
en weervaren plaats hebben van een belangrijk aantal sleepen,
bestaande uit sloepen, platbodemvaartuigen, vlotten en andere
landingsmiddelen. Aan de kust zullen de eerste troepen onrnid-
436