In den winter 19161917 werden meermalen (aan de Somme, in Champagne en bij Verdun) overeenkomstig deze beginselen aanvallen door troepen ter sterkte van ongeveer 1 Div. uitgevoerd en gewoonlijk met succes. Tot een grooten aanval, een doorbre king van de D. liniën beoogende, kwam het in het voorjaar van 1917 in Champagne. De instructie van Nivelle was den D. echter, niet lang nadat zij A'as uitgegeven, in handen gevallen. De aanvalstactiek van Nivelle bood den verdediger de gelegen heid om de onvoldoend gedekte battn te vernietigen. De verschil lende colonnes, waarin de aanvaller zich splitste, konden door tegenstooten worden vernietigd. Die tactiek leidde tot een verdich ting van den aanvaller op bepaalde terreindeelen, zoodat de mitrs goede gelegenheid zouden vinden die colonnes zware verliezen toe te brengen. Eindelijk zou met groote troepenmachten moeilijk een verrassing kunnen worden verkregen. De D. hielden zich tot bestrijding van den aanval aan het beginsel van een zwakke voorste linie, die slechts zoo sterk moest zijn bezet, dat verkenningsafdn zouden kunnen en moeten worden afgewezen. Daarbij werd er rekening mede gehouden, dat de Fr. vaak sterke verkenningsafdn gebruikten. Bij gelukten doorbraak der le linie moest het terrein daarachter hardnekkig worden verdedigd. In de le plaats dienden hiertoe de schaakbordsgewijze aangelegde mitr.-nesten, verder de onderst.- tr., die tegenstooten moesten uitvoeren. Door diepere werking van het art.-vuur, vergroot nog door het vooruitgaand vernielingsvuur, zou het niet mogelijk zijn op korten afstand reserves gereed te houden tot een onmiddellijken tegen stoot. Immers daartoe zou die afstand niet grooter mogen zijn dan 400 M. Het werd dus noodig, die reserves verder achter waarts gereed te houden, waardoor een tegenstoot echter den vijand ook niet meer b ij, of kort n a, het binnendringen in de stelling zou kunnen treffen. Die tegenstoot zou hem dus later treffen. En om hem te doen slagen, moest men gunstige voor waarden trachten te scheppen. Dit hoopte men te kunnen bereiken, en ervaring toonde de gegrondheid van die hoop aan, in de le plaats door den tegenstand der troepen achter de voorste linie en door de mitr.-nesten. Zij moesten den vijand met frontaal en flankeerend vuur, met bajonet en handgranaat aangrijpen en zijn voortgang vertragen. Op deze wijze wilde men de aanvallende Inf. scheiden van het haar voorafgaand art.-vuur en tevens den samenhang tusschen de verschillende troependeelen verbreken. Door het vuur der nog intact gebleven mitr.-nesten en van de ondersteuningstroepen en door hunne tegenstooten zouden die aanvalstroepen hier toch minder snel vooruitdringen dan elders. Daardoor bestond de gelegenheid om de, zonder voldoend verband doorgedrongen, onderdeelen met de reserves afzonderlijk te slaan. 509

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 11