lste, dat de dichtheid grooter is in de vallei van de Suippe en meer in het bijzonder ten W. en N. W. van St. Hilaire, een streek waar vele battn en Co Pn werden vermoed; 2de dat het vuur langer aanhoudt bij St. Hilaire; 3de dat het Jonchery snel voorbijgaat en dan weer langer aan houdt op de stelling Z. en Z. W. daarvan. Toch konden ook toen niet alle verdedigingsinrichtingen worden vernield. In heuvelachtig en bergachtig terrein, dat grooter ver schillen vertoont dan Champagne, zal dat nog minder het geval zijn. Door het snelle vooruitdringen der D. en de vernieling van de 2de stelling, waar die bestond, door het art.-vuur van den aan valler waren zij ook spoedig meester van die stelling. In korten tijd bereikten de D. de grens van het .eigen spervuur, dat een strook van 6 8 K. M. had vernield. Nu echter begonnen de moeilijk heden. De aanvallende Divn waren hier aan eigen krachten overgelaten. Het aanvoeren van de art., welke het spervuur had uitgevoerd, was uiterst bezwaarlijk door de algeheele vernieling der wegen enz. Door haar eigen art. (vlakbaanveldgeschut en lichte houw.) moesten de Divn den verderen voortgang voorbereiden en onder steunen. De aanval kreeg daardoor weer het karakter van een aanval in den bewegingsoorlog. Waar de Gealliëerden spoedig reserves in voldoende sterkte konden verzamelen, werd de aanval gestuit, of kon hij slechts met groote moeite en met zware verliezen doorgaan. Het optreden van die reserves was echter, in groote sterkten, slechts mogelijk buiten de zone van het rollend sper- en vernie- lingsvuur. Deze ervaring bracht de Fr. er toe bij den slag, die 15 Juli 1918 aanving, de hardnekkige verdediging van het terrein, zoo diep als het spervuur reikte, zoodra de art.-voorbereiding begon, op te geven. Een krachtige verdediging daarvan werd niet beproefd. Men wilde het moreel der troepen niet op de proef stellen, of de kans loopen, dat door verbeteringen in de aanvalswijze, door betere vuurregeling enz. men toch in het vóórveld groote verliezen zou lijden. Buiten de grenzen van dat art.-vuur werden nu de troepen gereed gehouden, om door een krachtigen tegenaanval de D. terug te werpen. Op deze wijze had de verdediging van het front bij Reims door het 4de Leger plaats en met succes. Hier gelukte het den D. niet door te dringen. Eigenlijk krijgen we hier dus een-zwakke-vóórverdediging over een diepte van 6 8 K. M., een stelling daarachter en een offensief buiten die stelling, welke alleen als uitgangspunt voor den tegen aanval diende en minder als verdedigingsstelling. De wijze van verdediging van het terrein W. daarvan tot de Ourcq blijft buiten beschouwing, omdat het doel was: de D. tot 513

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 15