zal men dan moeten besluiten tot eene landing op een minder gunstig punt, waar die landing veiliger kan worden volbracht. „Krum ist nicht urn". Het is vermoedelijk in dien zin, dat in de lezing, gehouden in de Marine-Vereeniging op 30 November '22 door den Majoor van den Generalen Staf A. T. H. Winter over „Landingsgelegenheden op Java en Zuid Sumatra" (Marineblad 1212'22) het begrip „kortste weg in tijd" is ingevoerd, waar de inleider als „vaste regel" stelt, dat men „de operatiën op eene zoodanige plaats aanvangt, dat men in den kortsten t ij d zoo volledig mogelijk zijn doel bereikt". Immers een afgeslagen landing, of eene, die ten koste van veel verliezen gelukte, kan kwalijk gerekend worden te zijn geschied op een zoodanig punt, dat men van daaruit zijn doel in den kortsten tijd bereikt. De landing is het moeilijkste deel der onderneming. Een expeditie-leger moet zuinig zijn met zijn krach ten; alles aan den wal te krijgen is de hoofdzaak. Gelukt dat, dan kan een 1 a n g e weg sneller tot het doel voeren, dan een korte. In dit verband bevreemdt het, dat de inleider en blijkens het verslag in het Marineblad zulks zonder verdere tegenspraak dus vermoedelijk met instemming er aan herinnerde: „hoe velen het den Japanners in 1904 als een ernstige fout hebben aangere kend, dat, waar het in zoo kort mogelijken tijd beslissend slaan van het Russische leger in Manchourye d. w. z. vóór dat dit door uit Rusland aangevoerde versche troepen aanzienlijk zou zijn versterkt het eerste en voornaamste doel moest zijn, zij tóch hun le Leger hebben geland in Korea, waar eene landing op de Oostkust van het Kwantung-schiereiland zou hebben medegebracht: een veel kortere operatielijn en een ernstige bedreiging tegen de spoorlijn Moekden-Port Arthur". Deze opvatting van den inleider wordt geheel gedekt door de uitspraak in het bekende werk over den veldoorlog in Manchourye door de toenmalige luitenants Weynandts en de Ridder, kort na die operaties geschreven. Bij deze uitspraak werd echter een belangrijk voorbehoud gemaakt, n. 1. dat latere gegevens het geval niet anders zouden stellen. Dit nu is inderdaad wèl geschied. Van de latere uitvoerige beschouwingen kunnen genoemd worden de serie duidelijke opstellen geteekend v. H. in het I. M. T. van 1918 en v. Freytag Loringhoven: „Die Fiihrung in den neuesten Kriegen 3". Hieruit kan blijken hoe de boven zoo aangeprezen landing op het Kwantung-schiereiland een uiterst gevaarlijke onder neming had kunnen worden door den Iangeren zeeweg, waar Japan volstrekt niet bij machte was tegen de Russische vloot op te treden, (aannemende, dat deze actief zou zijn), terwijl uit spionnen berichten bekend was, dat de Russische opstelling juist gebaseerd was op landingen in de Golf van Liautung en op het Kwantung- schiereiland, maar niets gedaan was tegen landingen in Korea tusschen de Yalumonding en de Elioteilanden. 519

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 21