versterkt was. De kust ten Z. van die plaats was ongeschikt. Beter was d baai van Quinteros. Daarbij moesten de troepen te Coquimbo geobserveerd worden. Bleef de vijand daar afwachten, dan moest hij in die ongevaarlijke opstelling niet door de landenden worden aangevallen. Was hij opgemarcheerd in Z. richting, dan hing, wat de aanvaller te doen had, af van den afstand, waarop die troepen op het oogenblik van de landing nog van Quinteros verwijderd waren. Men rekende binnen 6 dagen een beslissing N. van Valparaiso te verkrijgen, terwijl de Congressisten door verplaat sing over zee van Inquique sneller de Quinterosbaai konden berei ken dan de verdedigende troepen vanuit Coquimbo. Zoolang de divisie Coquimbo nog een dag of zes van Valparaiso verwijderd was, behoefde de aanvaller dus niet bezorgd te zijn voor een ingrij pen. Was zij dichterbij, dan moest de gelande macht haar onvoor waardelijk aanvallen. Het eigenaardige van dezen veldtocht is, dat de landende aanvaller vooraf te land, door cavalerie, de divisie Coquimbo uit het N. kon observeeren. Een overeenkomstige toestand, wat de observatie betreft, zal zich bij een landing op Java in de toekomst kunnen voordoen, als vóór de landing het aan 's vijands lucht strijdkrachten weinig moeite kost de onze te bedwingen en gege vens omtrent onze afwachtingsopstelling vooral echter omtrent onze concentratie-bewegingen te verkrijgen. De aanvaller, die--bij onvoldoende bewegelijkheid gevaar liep van 3 zijden aangegrepen te worden, kreeg bij snel en cordaat optreden alle voordeelen van het opereeren op de binnenlijnen aan zijn zijde; voordeelen, die door de afgesproken vernieling van den spoorweg nog vergroot konden worden (Dergelijke vernielingen staan ook ons te wachten). De landing vond plaats op 20 Aug. In het donker was men 's morgens om 4 uur voor een Noordelijk gelegen punt gekomen en dientengevolge werd het eerst 7 uur, voor men in de baai van Quinteros aankwam. De Kustwacht van 28 man Cavalerie trok bij aankomst van de vloot terug en om 8 uur begon de landing, zonder dat verzet werd ondervonden. Te Santiago lagen 6700 man, te Valparaiso 6800. In Santiago werden 200 man Cav. en 800 man Inf. achtergehouden; in Val paraiso: 500 man Kust-art., 450 man inf. en in Vinya del Mar: 650 man, terwijl 600 man voor spoorwegbewaking noodig waren. Rond 10.000 man werden den 9000 man sterken aanvaller tegemoet gezonden. De ontscheping was vlot verloopen, doch men had de onvoor zichtigheid begaan de paarden los naar het strand te laten zwem men. Door de moeite van het opvangen en ordenen ontstond een ernstige vertraging, tengevolge waarvan het niet gelukte uitvoering te geven aan het oorspronkelijk plan nog dien dag de heuvels ten Z. van de Rio Aconcagua te bezetten en de Dictoralen tot aanvallen 522

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 24