te dwingen. Nu werden die hoogten in den nacht van 20 op 21
Aug. door de verdedigers bezei.
De hoofdmacht der gelande 2de Brigade kon als linker-colonne
om 3 n. m. den marsch naar Colmo beginnen, de voorhoede bezette
tegen het invallen der duisternis Duminjo, dat men volgens het
plan om 1 uur had moeten bereiken.
De 1ste Brigade was om 2 uur als rechter-colonne afgemarcheerd
en bereikte om 8 uur 's avonds met de voorhoede den N. oever
van de rivier, waar de hoofdmacht om 10 uur aankwam. De 3de
Brigade kon eerst om 12 uur 's nachts afmarcheeren. Een gedeelte
verdwaalde, zoodat de helft achter de linker- en de helft achter
de rechter-colonne kwam, instede van de geheele 3de Brigade
achter de tweede. De Cav. kon eerst tegen den avond in beweging
gezet worden.
Was het met wat meer voorbereiding mogelijk geweest den Z.
oever van de Rio Aconcagua te bezetten vóór de verdediger daar
was, thans moest den volgenden morgen (4 uur) een aanval over
de rivier worden ondernomen op de stellingen ten Z. van de rivier
(voor zeer interessante details zie Kunz „Der Biirgerkrieg in
Chili").
Gebruik makende van medegenomen overtochtsmiddelen werd
de overgang geforceerd en gelukte het, niettegenstaande een
krachtigen tegenaanval, de Dictoralen te verslaan (21 8) Het
voortzetten van den opmarsch werd echter den volgenden dag
(22 8) vertraagd door storingen in de munitie-aanvulling, echter
niet zoodanig, of op 238 kon Vinya del Mar worden aange
vallen. Voor het doorzetten van dezen aanval was een omtrekking
noodig over Quillayes en Las Palmas, uitgevoerd door de 3de
Brigade. Na voltooiing daarvan werden de Dictoralen ter sterkte
van 13000 man op den 28sten 8 dagen na de landing, op 30
K. M. van het landingspunt beslissend verslagen.
Valparaiso werd genomen. Balmarceda deed afstand en de oorlog
eindigde.
De beide detn te Coquimbo en Concepcion hadden wegens den
grooten afstand en de spoorbrugvernieling niets kunnen bijdragen
tot de gevallen beslissing.
523